Ik lig in bad bij mijn zuster thuis en probeer te verdrinken. Ik had eerst gevraagd of mijn zuster me wilde verdrinken; ze stribbelde tegen, uiteindelijk wilde ze wel.
Misschien even uitleggen.
Als aspirant Gerauschmacher voor mijn opkomende podcast (misschien is audiofictie beter) Moord in de Morvan was ik op zoek naar het geluid van een verdrinking. Wat ik online vond was niet geloofwaardig genoeg.
Eerst dacht ik iedereen te slim af te zijn door een afwasteiltje met water te vullen en hierin mijn gezicht onder te dompelen en vervolgens verdrink-geluiden te maken.
Wat is verdrinking? Stikken in water.
Ik stuurde de opname naar mijn Gesprekspartner sinds '83, sinds kort tevens, I'm happy to report, de componist bij mijn audiofictie.
'Lijkt meer op wurgseks,' was zijn commentaar. Hij had een punt, en wurgseksgeluiden, hoe leuk ook, had ik niet nodig voor dit project.
Ik boekte een badsessie bij mijn zus. 'Mijn lekkere badspul is op,' zei ze.
'Ik kom niet om te badderen, ik kom om me te laten verdrinken. Ben je er klaar voor?'
Mijn zus was er klaar voor. Ze nam me mee naar de badkamer, gaf me een handdoek en zei: 'Geef maar een gil als je me nodig hebt.'
Maar ik had haar niet nodig, dacht ik. Ik heb nooit iemand nodig, ik kan altijd alles alleen. Dat is het voordeel van schrijven. Maar ik was niet aan het schrijven, ik was aan het Gerauschmachen. Ik nam de druppende kraan op, gewroet in de kuip, gehijg onderwater en bovenwater, en 'dus' iets dat op een verdrinking leek.
Ik dankte mijn zuster. Opmerkelijk uitgeput en hongerig fietste ik naar huis.
Thuis mixte ik de geluiden door elkaar en stuurde het resultaat, dat volgens mij eng was, naar mijn Componist sinds '83.
Hij maakte er gehakt van.
Toen ik in bed lag dacht ik: hij heeft gelijk. Alles moet subtieler.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn