Gerhard Richter: War Cut II |
Overal waren ongelukken, alles lag overhoop, verfrommelde auto's kris kras op hun kant, geamputeerde vrachtwagens, krijsende kinderen onder het puin, geplette scooters met werkend alarm slingerden op het wegdek, een stuk flatgevel brak af, links stortte het luxehotel in, rechts beukte een blinde tram een bejaardenbus, inzittenden werden door elkaar geschud, passagiers vlogen door de lucht, lijven werden in elkaar gedrukt en uit elkaar getrokken, ledematen lagen her en der over het kruispunt, iedereen stierf in zijn eigen tempo, een kale kop met wrap around zonnebril rolde over de trap het metrostation in, een losse hand bedelde, opengereten straten, kantoren kantelden, kapotte rioleringen spoten een cognackleurig fontein over gewonde fiscalisten, benzinestations ontploften vuurwerkgewijs ritmisch en met fanfare, kreupele politiepaarden trappelden na onder geknakte lantaarnpalen, brandende brandweerauto's, een orgasme van schuim werkte zich omhoog langs de krakende winkelpuien, fietsen smolten, rokend rubber en schroeiend vlees, asfalt kruide door de steegjes, afglijdende dakpannen guillotineerden omhoogstarende toeristen, glinsterend glas stoof door de ruimte, ambulances probeerden over de slachtoffers heen een pisdreiger te bereiken, helikopters tolden als gewonde duiven neer in de grote vijver, vliegtuigen verdwenen in woonwijken, schepen verpulverden, fabrieken zonken, alles ontspoorde, in de dierentuin at de ene soort de andere soort – sommige soorten hadden zich hier op verheugd, andere soorten minder, de directeur had zich in zijn kamer verschanst, de muren persten hem samen, zijn gepureerde hersens piepten door het sleutelgat –