Asbestemming



Ik zit aan de eettafel met mijn moeder.

In mijn ooghoek zie ik,

door het raam aan de straatkant,

een oud mannetje opdoemen,

op een scootmobiel,

met een pet op, en een, voorzover ik kan beoordelen,

korzelige, niet te zeggen, nurkse gezichtsuitdrukking,

alsof hij terug is van de paardenrace waar Stamina

weer eens ondermaats presteerde.

Is dit mijn vader?


Nee, denk ik, en ik denk dat mijn moeder het met me eens is,

als ik haar op het mannetje zou wijzen,

dat nu overigens onder ons in de garage is verdwenen.

Dit kan, of kon, mijn vader niet zijn.


Mijn vader bevindt zich in een hardplastic container,

nummertje zus- en zoveel,

drie kilo aan as,

zojuist afgehaald bij het verbrandingshuis.


Mijn moeder heeft hem

achter het kastje,

uit het zicht

geplaatst,

zolang.



 

derde erfenis



van een zuinige man kun je veel erven

zoals nu weer zijn lievelingstrui

uit model, vaal, de boord versleten

volgens mijn moeder staat hij fantastisch


mijn vrouw heeft zo haar twijfels

de stokoude gaatjesschoenen

tabaksbruin, passen net niet

misschien kan ik ze oprekken


dan zijn driekops-scheerapparaat

pap wat is dit vraagt de dochter

een lovemaker schat voorzichtig ermee

die zet je op je hart om liefde op te wekken













Recept voor een hypochonder






Tweede erfenis





Mijn moeder draagt kledingstukken

van mijn vader aan.

Een trui heb ik afgeslagen toen hij nog leefde,

in zijn colberts had ik geen belangstelling,


maar nu staan we voor de garderobe,

op weg naar de uitgang,

en heeft ze het over een regenjas,

een hele mooie, een Burberry,


die ik best wil passen.

Mijn moeder reageert uitbundig

maar hij zit niet als gegoten, integendeel.

Een Engelse tent. Ik ben de paal.


Zijn pet… wil ik zijn pet,

de muisgrijze C&A pet dan,

die hij over zijn blote schedel trok?

Ik weet niet, maar hij is van mij.