Vijf haiku's bij de ziekte van mijn moeder





1.

Mijn moeder is ziek.

Ze is nog nooit ziek geweest.

Wij verzorgen haar.


2.

Jongste. Lieveling

van haar vader die jong stierf.

Scherp. Hart op de tong.


3.

Ontmand, ontmanteld.

Mensenmens. Boeken. Drukte.

Vrijheid maakt eenzaam.


4.

Ziek van dit verdriet.

Koortsachtig hoest-snotteren.

Waarvoor leef ik nog.


5.

Mamma mag niet gaan.

De bomen staan vol in bloei.

Een nieuw hoofdstuk wacht.





De kunst van het laten



Sluitstuk





vele mensen bijeen

ik alleen met mijn moeder


hij glijdt langzaam weg,

in een door zijn eersteling gemaakte kist


in zijn schone trui, met zijn groentjes, duckies en pet

plus een brief van zijn dochter


we kijken hem na, hoe hij

de Parklaan uit zweeft, zonder aarzeling,


een flauwe bocht neemt

naar de oneindigheid








Vijf haiku's over sneeuw







De grijze geur van

vers poeder omgewoelde 

zongekuste knerp


De stilte van het

witte lichte wereldbe-

kledende blinde


Hoe je soepeltjes 

vrijelijk lijkt het slippend 

naar beneden zweeft


Maak-, plak-, werp- en kneed- 

eindeloos vervormbare 

smeltende zeshoek 


Plots losrakende

lomp zich traag verzwarende

dodende massa