Vijf haiku's bij de ziekte van mijn moeder





1.

Mijn moeder is ziek.

Ze is nog nooit ziek geweest.

Wij verzorgen haar.


2.

Jongste. Lieveling

van haar vader die jong stierf.

Scherp. Hart op de tong.


3.

Ontmand, ontmanteld.

Mensenmens. Boeken. Drukte.

Vrijheid maakt eenzaam.


4.

Ziek van dit verdriet.

Koortsachtig hoest-snotteren.

Waarvoor leef ik nog.


5.

Mamma mag niet gaan.

De bomen staan vol in bloei.

Een nieuw hoofdstuk wacht.





De kunst van het laten



Sluitstuk





vele mensen bijeen

ik alleen met mijn moeder


hij glijdt langzaam weg,

in een door zijn eersteling gemaakte kist


in zijn schone trui, met zijn groentjes, duckies en pet

plus een brief van zijn dochter


we kijken hem na, hoe hij

de Parklaan uit zweeft, zonder aarzeling,


een flauwe bocht neemt

naar de oneindigheid








De onbereikbaarheid van zijn haar



een plukje haar van mijn dode vader wilde ik

bij leven is dit nooit gelukt

maar toen ik in de kist keek

was er bijna niets meer over

behalve een buitensporige wenkbrauwspriet


vaders vaste kapper kwam nog langs

mijn moeder had hem vergeefs proberen af te bellen

hij is overleden, zei ze, toen de kapper voor de deur stond, het hoeft niet meer

oké, zei de kapper, jammer


op de dag van zijn overlijden

heb ik mijn vader nog een scheerbeurt gegeven

toen ik klaar was ging hij met de top van zijn vinger

schokkerig zijn wang en kaak af

en wees aan waar ik niet was geweest




Eerste erfenis



als het leven van een schrijver

in het teken staat van Vatersuche

zal ik op het Boekenbal hem niet vinden

van de week hoestte hij

zijn laatste, benauwde adem uit


temidden van de luid sprekende boekenlui

bepotel ik mijn eerste erfstuk

in de zak van mijn fluwelen jasje

de ondertanden van mijn vader

bijeengehouden in een eenvoudig frame


veel was het niet, zijn gebit,

dat was naast kalknagels en een kapotte rug

zijn erfenis uit het interneringskamp

ook draag ik met mij mee

zijn tot de draad versleten portemonnee


vader had nooit geld bij zich maar dus wel

een minuscule bebakkenbaarde auteursfoto

een troostrijke fantasie

met mijn vader als drieënnegentigjarige debutant

rolstoelend over de rode loper






Vijf haiku's bij de dood van mijn vader




1.


Mijn vader is dood.

Mijn moeder heeft hem verzorgd.

Hij leefde vrij lang.


2.


Oudste. Kamp. Huisarts.

Zeilen. Frankrijk. Bridge. Debat.

Reizen. Wijn. Lezen.


3.


Van vader mocht wat.

Hij leende je zijn auto,

gaf klappen en raad.


4.


Lui. Kritisch. Charmant.

Eerlijk, woordgrappig, zuinig.

Nergens zonder ma.


5.


Koel en toch gloedvol

Mijn vader is veel geweest.

Schaduw in de zon.





Vijf haiku's over sneeuw







De grijze geur van

vers poeder omgewoelde 

zongekuste knerp


De stilte van het

witte lichte wereldbe-

kledende blinde


Hoe je soepeltjes 

vrijelijk lijkt het slippend 

naar beneden zweeft


Maak-, plak-, werp- en kneed- 

eindeloos vervormbare 

smeltende zeshoek 


Plots losrakende

lomp zich traag verzwarende

dodende massa