als het leven van een schrijver
in het teken staat van Vatersuche
zal ik op het Boekenbal hem niet vinden
van de week hoestte hij
zijn laatste, benauwde adem uit
temidden van de luid sprekende boekenlui
bepotel ik mijn eerste erfstuk
in de zak van mijn fluwelen jasje
de ondertanden van mijn vader
bijeengehouden in een eenvoudig frame
veel was het niet, zijn gebit,
dat was naast kalknagels en een kapotte rug
zijn erfenis uit het interneringskamp
ook draag ik met mij mee
zijn tot de draad versleten portemonnee
vader had nooit geld bij zich maar dus wel
een minuscule bebakkenbaarde auteursfoto
een troostrijke fantasie
met mijn vader als drieënnegentigjarige debutant
rolstoelend over de rode loper