12. 'Ik heb zo mijn twijfels of jij klaar bent voor zoveel kwetsbaarheid.'


'Zo, lieve Radek, wil het een beetje lukken allemaal?' Roman, of eigenlijk Radek, schrok zich wezenloos toen hij in de spiegel ineens het snuitje van zijn gastvrouw ontdekte, dat, als ware het van een kangaroe, ineens vanachter zijn rug tevoorschijn sprong. 'Relax Radek, ik had dat pak al voor je uitgezocht. Dat is een pak dat Honza toch niet meer past. Maar lieve Radek, je snapt dat je je levensstijl drastisch moet aanpassen, wil je in dat pak Praag en de rest van de wereld te lijf gaan. Een wit linnen pak is wel wat anders dan die van oud zweet doortrokken lompen die je aanhad. Wit linnen wil zeggen: zo min mogelijk kreuken, en niet morsen. Een onkreukbaar, smetteloos bestaan, lieve Radek. En je hebt ook al geen vacht meer... Ik heb zo mijn twijfels of jij klaar bent voor zoveel kwetsbaarheid. Heb je al gegeten? Heb je de ontbijtstaven gevonden die ik voor je had klaargelegd? Neem er twee van, dan kun je er tot het middaguur tegenaan. En ik zal je een heel pak meegeven als proviand, dan hoef je de komende weken geen boodschappen te doen. Maar ik loop op de feiten vooruit. We moeten praten, lieve Radek. Over jou. Over Honza. En wat jij en Honza voor elkaar kunnen betekenen... Honza?' brulde ze door de intercom. 'Kom je naar boven? Radek is klaar voor je. Helemaal klaar. En als je het mij vraagt verheugt hij zich heel erg op de ontmoeting.'

11. Roman



'Niet slecht.' Radek Z. bekeek zichzelf uitgebreid in de spiegel. Het was lang geleden dat hij zich uitgebreid in de spiegel had bekeken. De laatste jaren, op straat, had hij geen tijd gehad om in de spiegel te kijken. Er viel ook niets te zien. Ja, een 'mislukkeling,' zo had Jitka het bondig uitgedrukt. Een stinkende bedelaar. Maar nu zag hij er tip top uit. Een kale man in een wit linnen pak. Daar zag je er tegenwoordig wel meer van, afgezien misschien van de ontbrekende wenkbrauwen, maar dat kon hem niets schelen. Zijn drang tot uniciteit had hij al jaren geleden naar de mesthoop van de privégeschiedenis verwezen. Nu voelde hij zich herboren. Waarom zou hij, nu hij toch bezig was, en niemand in de buurt was om hem ervan te weerhouden, geen nieuwe naam verzinnen, en een nieuwe persoonlijkheid, zoals dat wel gebeurde in sommige werken van fictie? Hij had altijd Roman willen heten. Hij had altijd huisjurist willen zijn bij een verzekeringsmaatschappij gespecialiseerd in arbeidsongeschiktheid. Wat lette hem, om hier en nu, zichzelf te herdopen tot Roman, huisjurist van een verzekeringsmaatschappij gespecialiseerd in arbeidsongeschiktheid? Het enige wat hij nog nodig had was een achternaam, een rechtenstudie en een verzekeringsmaatschappij die hem in dienst wilde nemen, maar zo moeilijk kon dit niet zijn.

10. One night cuddle


Radek Z. werd de volgende ochtend wakker met een enorme erectie, maar zonder bedgenote. Jitka was foetsie. Radek had wel gehoord van mannen die zoiets plachten te doen bij one night stands. Die trokken na gedane zaken doodleuk hun kleren aan en zeiden tabee. Of zelfs dat niet. Want dat ontbijt met die one night stand, daar zagen ze heel erg tegenop. En dat slapen eigenlijk ook. Radek zat anders in elkaar. Ten eerste was dit zijn eerste one night stand – als het al een one night stand te noemen was, want ze hadden alleen gefoezeld. Technisch was het een one night cuddle. Daar kwam bij dat hij wel degelijk behoefte had om met de life coach te ontbijten. Dan kon hij eindelijk eens om opheldering vragen over a) de fondsen die hij gisteren had geworven, en wanneer hij die kon terugverwachten en b) Honza. Wat was precies de bedoeling? Dat bedoelde hij. Maar het zag er niet uit dat Jitka binnen afzienbare tijd het appartement in zou stormen met verse croissants, perssinasappels en cappuccino's. Radek had zo'n vermoeden dat het de life coach weinig kon schelen wat hij deze ochtend, het was zondag, at, en of hij iets at, anders had ze wel een berichtje achtergelaten. Radek zette het wijnglas dat hij mee naar bed had genomen in de afwasmachine, plensde wat water in zijn gezicht en ging op zoek naar schone kleren.

9. Insomnia


Het was ver na middernacht, en muisstil, in het luxe-appartement op Parizska. Jitka sliep in Radeks armen – of althans, daar leek het op. Als ze veinsde te slapen, dan was ze daar erg goed in. Haar oogleden bewogen niet. Haar poezelige oortje had ze op zijn borstkas gevleid; een restje van de crême waarmee ze haar gezicht had ingesmeerd was zichtbaar op zijn kale tepel. Wat Radek frappeerde was dat hun ademhaling synchroon liep. Twee verschillende mensen met uiteenlopende geschiedenissen, twee verschillende geslachten, verschillende leeftijden, verschillende lichamen, één ademhaling. Kennelijk kregen hun longen op precies hetzelfde moment een seintje om in en uit te ademen. Waren ze even ontspannen? Dat kon moeilijk worden volgehouden, aangezien Radek absoluut niet in slaap kon komen. Hij was ook niet van plan te gaan slapen. Hij verwachtte nog bezoek. Jitka's ongeziene echtgenoot. Niet het soort bezoek dat hij in deze foezelende setting kon gebruiken, maar hij had Honza dan ook niet uitgenodigd. Had Jitka hem uitgenodigd? Als hij gewoon naar huis kwam, waarom deed hij er dan zo lang over? Radek had in het appartement geen sporen van Honza kunnen ontdekken. Geen foto. Nergens foto's. Dat er in de badkamer uitgebreide scheerapparatuur lag, hoefde niet op Honza te wijzen, dat kon ook een tic van de life coach zelf zijn. Maar telkens als hij zichzelf zo gerust wilde stellen, en zijn ogen sloot, meende hij voetstappen te horen, geschuifel van leren zolen op het trottoir beneden, gerommel aan de deur. Gelukkig had hij zoveel tegenwoordigheid van geest gehad om een wijnglas mee naar bed te nemen.

8. Honza


'Wat ik niet begrijp,' fluisterde Radek Z. in het poezelige meisjesoor van Jitka met wie hij nu zo'n anderhalf uur in een hemelbed met uitzicht op een indrukwekkend glas-in-loodraam lag te foezelen, zoals de life coach had verordonneerd, 'is wat je probeert te bereiken.' 'Lieve Radek,' fluisterde Jitka terug. 'Wat begrijp je er niet aan? Zo moeilijk is het toch niet?' 'Nou, wat wil je dat je echtgenoot doet, als hij thuiskomt – als hij thuiskomt, want hij had allang thuis moeten zijn, toch?' In het 'toch' klonk de veelzeggende hoop door, dat de man van de life coach voor altijd weg zou blijven, misschien zelfs niet zou blijken te bestaan. Jitka streek Radek over zijn gladgeschoren schedel, die enkele scherpe bobbels, maar geen wonden, vertoonde, en zei: 'Wees niet ongerust. Honza komt zeker. Waarom zou hij niet komen? Als hij zegt dat hij komt, komt hij, alleen weet je nooit precies wanneer. Heb je nog belangrijke afspraken vanavond, lieve Radek, voormalige fondsenwerver van de Karelsbrug?' Jitka slaakte een gemeen lachje om haar eigen vileine vraag. 'Vanavond niet,' zei hij, bijna onhoorbaar. 'Maar daar gaat het niet om, je beantwoordt mijn vraag niet. Ik kan hier de hele avond en nacht met jou doorbrengen, als jij dat wilt, en ook op jouw voorwaarden; pieken doe ik wel in mijn eigen tijd. Maar moet ik mij zorgen maken om Honza's reactie' – Radek slikte toen hij de naam van Jitka's echtgenoot voor het eerst hardop uitsprak –  'of denk je dat hij jouw bedoelingen, welke die ook mogen zijn, tamelijk snel doorziet en kan waarderen?'

7. Suggestie


Terwijl Radek zich te goed deed aan de ryzlink en trdelnik, stak Jitka een verse ultralange sigaret in haar snuitje, en schonk een glas voor zichzelf in. Nu pas viel het hem op dat zij haar outfit had verwisseld voor wat waarschijnlijk moest worden omschreven als klassieke lingerie. Laat-communistische lingerie. Lingerie die leek uit te stralen dat het communistische bewind op zijn einde liep, en dat een lieve, besnorde filosoof-koning het land ging klaarmaken voor hard rock en vrije markt. 'Lieve Radek,' sprak Jitka, terwijl ze zijn schouders masseerde, 'het enige wat je hoeft te doen is met me naar bed gaan. Foezelen. De suggestie wekken. Meer niet. Je hoeft niet te penetreren, laat staan te pieken. Liever niet zelfs. Is dat zo moeilijk? Ik dacht het niet, maar ik kan me vergissen. Ik kan niet in jouw kaalgeschoren schedel kijken. Weet ik wat jij begeert. Je ziet eruit als een homo. Ben je een homo? Niet dat dat me iets uitmaakt. Misschien is het zelfs wel verkieslijk als je homo bent. Ik bedoel voor de afhandeling van onze transactie. Ja, laten we, for all intents and purposes, volhouden dat je homo bent.' Het was Radek opgevallen dat hij, toen Jitka zijn badjas had opengeslagen om hem te inspecteren, geen enkele seksuele neigingen voelde opkomen, en ook nu zij het voorstel voor een suggestieve vrijage had gedaan, een voorstel waar menige Tsjech, gelet op de coördinaten van de life coach, een moord voor zou doen, zat hij er nogal, laten we zeggen, professoraal bij. Misschien was het de trdelnik. Misschien was het de ryzlink, maar hij voelde zich satisfait, zoals de Fransen dat noemden. Misschien was hij zelfs gelukkig, aangezien hij zich nog nooit zo schoon en voldaan had gevoeld. Elke suggestie, zelfs een seksuele, kon hier alleen maar aan afdoen.

6. Door de keuring


Toen Radek Z. uit de douche kwam, geknipt, gewassen & geschoren, week als een pasgeboren baby, klonk Bebel Gilberto uit de luidsprekers en zat Jitka, het haar opgestoken, aan het hoofd van de houten keukentafel gebogen over een iPad. Het flauwe schijnsel van het beeldscherm op haar koele, uitdrukkingsloze gezicht maakte de life coach bepaald niet aantrekkelijker; misschien lag het ook aan haar paardenstaart. Met de vingertoppen van een hand wuifde ze ongeduldig de teksten en beelden weg die de iPad haar voorschotelde. Radek schraapte zijn keel om haar aandacht te trekken. Jitka keek op, kwam barrevoets op hem afgelopen, zonder hoge hakken leek ze ineens veel kleiner, opende de Kafka-badjas en bestudeerde zijn lichaam zoals je de inhoud van een ijskast bestudeert. 'Heel goed, Radek. Heel goed.' Knikkend naar zijn schaamstreek zei ze: 'Ik zie dat je het scheren grondig hebt aangepakt. Dat spreekt me aan. Er is veel voor te zeggen om alle lichaamsbeharing met wortel en tak uit te roeien met behulp van agressieve Moldavische wax, maar dat kan wachten.' Radek keek haar recht in de ogen aan, stak zijn tong uit en bewoog zijn oogleden overdreven op en neer. 'Ha! Je wenkbrauwen hadden niet gehoeven, lieve Radek, maar niet getreurd, die groeien zo weer aan.'

5. 'Ik bevredig mijn zoutbehoefte op een andere manier.'


Radek bestudeerde zijn nagels, die, schatte hij, even lang waren als die van de life coach, alleen had hij minder uitgegeven aan manicure. Eigenlijk voelde hij er niets voor om opdrachten uit te voeren voor deze vrouw om zijn fondsen, die hij nota bene eerlijk had verdiend, en die hem onrechtmatig waren ontnomen, weer in ontvangst te mogen nemen. Hij wilde, met zijn 'kroontjes' zo snel mogelijk voor soep naar Zizkov, maar zie, Jitka beschikte over een uitzonderlijk gevoel voor timing: ze opende een ijskast zo groot als de laadbak van een vrachtwagen, schonk een glas Ryzlink voor hem in, van die knisperige, vette, Boheemse witte wijn, en haalde trdelnik uit de oven. 'Ik ben verslaafd aan trdelnik,' zei Jitka. 'Ik leef op die dingen. Je zou zeggen, een mens heeft af en toe ook zout nodig, maar ik ben kennelijk een uitzondering. Ik bevredig mijn zoutbehoefte op een andere manier.' Toen dorstige Radek met zijn rauwe klauwen naar de Ryzlink greep riep de life coach: 'Stop! Voordat er ook maar iets geconsumeerd gaat worden door jou, lieve Radek., in mijn huis, wil ik dat je grondig, en bloedheet, gaat douchen. Tussen de bedrijven door zal ik je inschuimen, lieve Radek, knippen, kaal- en gladscheren, van top tot teen. Tenslotte duw ik je opnieuw geheel ingezeept onder de douche en als je dan, herboren, in de Kafka-badjas van mijn man, weer ten tonele verschijnt, dan pas, lieve Radek, mag jij van mij eten.'

4. Snuitachtige mond


Radek Z. veegde zijn voeten. Letterlijk, want hij had geen schoenen aan (hij geloofde niet aan schoeisel), en aan zijn voetzolen, alsmede tussen zijn behaarde tenen, kleefden diverse ongerechtigheden, zoals kauwgum en plukjes papier en tabak. Eindelijk zwaaide de deur van Jitka's appartement open en voor hem verscheen een bleekblond wicht op ultrahoge hakken, met een niet te negeren boezem, die slechts ten dele verscholen bleef onder een gitzwart truitje. 'Hi,' zei ze, op zijn Amerikaans, 'wat moedig dat je gekomen bent.' Radek had geen verstand van dit soort zaken, maar de snuitachtige mond van de life coach, dacht hij, moest het werk zijn geweest van een plastisch chirurg. 'Kom verder.' Jitka klakte op haar hakken in een boogje rondom de hand die Radek naar haar uitgestoken hield. 'Wat verrukkelijk om een zwerver over de vloer te hebben. Op blote voeten nog wel, hoe authentiek.' In de keuken knikte ze naar een barkruk waarop Radek Z. mocht gaan zitten. Zelf hing ze tegen een brandschoon en kennelijk nooit gebruikt fornuis aan. 'First of all: je vraagt je natuurlijk af hoeveel kroontjes je vandaag hebt opgehaald.' Jitka stak een ultralange sigaret op tussen haar ultradunne vingers en blies de rook door het schijnsel van een lamp in de vorm van een zee-anemoon. Op de achtergrond pompte zachte housemuziek. 'Dat zal ik je vertellen, Radek my dear, en je krijgt ze allemaal terug, en nog meer, als je precies doet wat ik zeg.'

3. Glanskapitalisme


Radek Z. stopte onderweg naar Parizska een losse zwerfkei in zijn zak, voor het geval Jitka niet de life coach zou blijken te zijn die ze beweerde te zijn, maar, bijvoorbeeld, een Roemeen met bepaalde bedoelingen. Het zou niet de eerste keer zijn dat Radek Z. door Roemenen met bepaalde bedoelingen een rad voor ogen werd gedraaid. Radek Z. wreef over zijn buik, hij had nog niet gegeten. Bijna iedere dag at hij bramboracka in een bierlokaal in Zizkov, dat geen naam nodig had, omdat men het zonder naam ook wel wist te vinden. De bramboracka die dit lokaal serveerde (tegen betaling van vijftig kronen) was zo machtig dat elke eetlust na één of twee borden compleet wegstierf, en Radek Z. zelfs even languit op de vloer moest gaan liggen om de aardappelsoep volledig tot zijn recht te laten komen. Toen hij op Parizska aankwam werd hij zoals altijd weer getroffen door de rijkdom die over dit deel van de stad was neergedaald – de stad die zijn rijkdom eerst aan de nazi's en daarna aan de communisten af had moeten staan. Ooit was Josefov een Joods ghetto, bestaande uit driehonderd pauperhuisjes, die aan het eind van de 19e eeuw moesten plaatsmaken voor imposante herenhuizen in Parijse stijl, vandaar Parizska. Nu vierde het glanskapitalisme er hoogtij. Jitka bleek boven een vestiging van een hel verlichte winkel met halfnaakte etalagepoppen te wonen. Radek Z. belde aan en fatsoeneerde zijn dreadlocks in de weerspiegeling van het glas. 'Dat moet de bedelaar zijn,' klonk een opgewekte vrouwenstem door de intercom. 'Jawel,' antwoordde Radek Z. 'Dat wil zeggen.... dat ik mezelf liever als fondsenwerver zie.' De vrouw lachte een uitbundige lach. 'Wat ik zie is een mislukkeling. Maar kom maar gauw naar boven, anders word je gearresteerd.'

2. Life coach


Na een vrij lange poos op deze wijze fondsen te hebben geworven – Radek Z. meende de kronen welig te horen klingelen en knisperen, vooral op het laatst, toen klonk er een kakafonie van cash – en hij niet alleen hoofdpijn en lage rugpijn, maar ook pijn in zijn knieën en tenen had gekregen, alsmede kramp in zijn schouders en armen, maakte hij zich op om naar de wereld terug te keren en de opbrengsten van zijn arbeid in ogenschouw te nemen. Zeker, er viel iets voor te zeggen om de kronen in de pet te laten. Dit nodigde immers voorbijgangers uit om aan de aanwezige kronen nog een paar kronen toe te voegen, volgens het me too-principe, of gewoon goed voorbeeld doet goed volgen. Aan de andere kant kon een te goed gevulde pet ook het tegenovergestelde sentiment opwekken, dat van: die zit er warmpjes bij, daar hoef ik niets meer aan toe te voegen, bovendien kijkt hij toch niet, dus ik hoef me ook niet schuldig te voelen. Radek Z. liet zijn pet los, kwam, nog altijd met zijn ogen dicht, omhoog, strekte zijn benen, masseerde uitgebreid de nek, alsmede de onderrug. Daarna wreef hij zijn ogen uit in het felle zonlicht, en boog zich voorover om op zijn gemak de inhoud van zijn pet te onderzoeken. Wie schetste zijn verbazing: er lag niets in, behalve een visitekaartje van een zekere Jitka, die op de Parizska woonde, een van de duurste straten van Praag, en die als beroep life coach had opgegeven. Op de ommezijde had ze geschreven, in dat kinderlijke handschrift dat sommige vrouwen eigen is: 'Als je wilt weten wat je met je leven moet, kom dan vanavond langs, dan help ik een handje.'

1. Onthoofde kikker



Niet ongelijk een moslim die tot Mekka bidt, drukte Radek Z. zijn vermoeide voorhoofd tegen de kinderkopjes waarmee de Charles Bridge was belegd, en trouwens ook de rest van het oude Praag, en hield zijn namaak Yankees pet ondersteboven op de grond voor hem, in de hoop dat iemand er, vroeg of laat, iets in zou werpen. Op de argeloze voorbijganger deed zijn gestalte niet zozeer denken aan een biddende moslim, want die had je hier niet of nauwelijks, als wel aan een onthoofde kikker. Het was een schitterende nazomerdag; het late licht streek over het glooiende landschap rondom de stad, wolken zeilden als reusachtige schepen traag door de leegte voorbij. Radek probeerde zich te concentreren op het onophoudelijke, aanzwellende en dan weer wegstervende geruis van het passerende gepeupel wiens aandacht hij probeerde te trekken, maar hij werd afgeleid door de geur van zijn eigen lichaam. Oud zweet verspreidde een zoetige lucht, waar hij wel aan kon wennen, maar die hem toch altijd weer deed huiveren, wanneer hij zijn neus in zijn oksel stak.

Moorddadige maanden



Guy Verhofstad bracht tijdens de laatste Zomergasten nog eens in herinnering dat er in 1994 in twee maanden tijd 800.000 mensen om werden gebracht in Rwanda (en dat de Belgische regering afwist van de plannen voor deze massaslachting in haar voormalige kolonie en hem dus had kunnen helpen tegenhouden). Sindsdien spookt dit getal door mijn hoofd. Ik kan het niet laten om een rekensommetje te maken. 800.000 in twee maanden is 800.000 in zeg 60 dagen is ruim 13000 doden per dag. Omdat moordenaars ook moeten slapen en eten en hun machetes slijpen, en waarschijnlijk niet meer dan tien uur per dag kunnen moorden, moorden lijkt me tamelijk vermoeiend, eerlijkgezegd, vooral als het met machetes gebeurd, met de hand zogezegd, dus dan is die tien uur nog aan de hoge kant, maar het rekent makkelijk, want dat betekent 1300 doden per uur, ruim 20 doden per minuut, ofwel een dode om de drie seconden. Zijn deze twee maanden de moorddadigste maanden uit de naoorlogse geschiedenis?
Volgens Wikipedia duurde de Rwandan Genocide 100 dagen, dit rekent  makkelijker. Dan kom je dus uit op 8000 doden per dag (een Sebrenica per dag, en dat 100 dagen lang), respectievelijk 800 per uur, met dezelfde 'werkdagen', is 13 per minuut, ofwel een dode per vijf seconden. Weer anderen noemen 1 miljoen doden in 100 dagen. Dat rekent nog makkelijker: 10.000 per dag, 1000 per uur, 16 per minuut, alweer 1 dode om de 3, 4 seconden.