| . | . | . |





levend doden wij de tijd

dodend leven wij ons uit

uitend treden we buiten onszelf

uittredend vergeten we wie we zijn


de tijd moet stuk

hij mag niet voortbewegen

steeds verder van ons vandaan

om zich oneindig te vermenigvuldigen


wij vrezen de leegte van het late uur

de tikkende chaos van het niets

de vernietiging

van onze ikken


permanent ongeduldig

kan ik niet wachten

tot ieder interval naar nul

is teruggebracht


liefste laten wij het moment

vierendelen

laten wij uiteenvallen

in stippen

elkaar verstrooien

in de avondwind







Veel ging mis vandaag



Veel ging mis vandaag

Het begon met een indringer op mijn scheepje 

die niet wenste te vertrekken

Het eindigde met een schaafwond van mijn zoon

die ik probeerde te ontsmetten

tegen zijn uitdrukkelijke, krijsende zin


Tussendoor vergat ik nog een fietssleutel

haalde ik de verkeerde boodschappen

schafte ik een kostbaar maar te kort hangslot aan

dat ik niet meer kon ruilen


De topmatras die van de stomerij kwam

bleek in een grote prop te zijn veranderd

In zangerig Indiaas Nederlands

werd me te verstaan gegeven

dat ik vooraf akkoord was gegaan met het risico


Natuurlijk gooide ik, als om mijn missers te vieren,

aan tafel een glas om

maakte ik slechte grappen,

en ontvouwde ik en passant

tot mijn eigen verbazing een matig doordacht,

wild plan

waarvoor mij het geld te enen male ontbreekt


De omslag bleef uit

Ik ging vroeg naar bed