Honderd verhalen in honderd dagen 8. Arthur Schopenhauers klappen

Henry Moore


Over Schopenhauer wordt veel onzin beweerd. Bijvoorbeeld dat hij zijn vrouw zou slaan, zijn zus zou slaan, zijn moeder zou slaan en zijn werkster zou slaan, omdat hij een hekel had aan vrouwen. Niets is echter minder waar. Schopenhauer sloeg vrouwen omdat hij meende dat ze daarom vroegen. 'Iedere vrouw die ik voor me zie,' zei hij, 'beschouw ik als een uitnodiging voor een oorvijg.'

De klappen die Schopenhauer gaf waren altijd dezelfde, en konden dus na verloop van tijd door de vrouwen in zijn leven gemakkelijk worden ontweken. Hij gaf altijd een klap met de vlakke linkerhand – Schopenhauer had zulke worstige vingertjes dat hij nauwelijks een vuist kon maken. Eerst gaf hij een soort backhand op de rechterwang van de vrouw in kwestie, daarna pakte hij door, door met zijn handpalm een goede klets te verkopen op de linkerwang van het slachtoffer. Soms, als hij er aardigheid in kreeg, en de vrouw bleef voor hem staan, herhaalde hij de procedure.

Twee dingen zijn opmerkelijk aan dit gedrag, dat kennelijk Schopenhauers hele volwassen leven voortduurde. Ten eerste, het aantal vrouwen dat terugsloeg. Meer dan de helft van de vrouwen in zijn leven sloeg terug, maar slechts een kwart raakte. Weer een ander kwart bleek uiteindelijk toch niet gediend te zijn van zijn klappen en verdween. Dit was bijvoorbeeld het geval met zijn huishoudster, Frau Jakobi. Deze vrouw had Schopenhauers klappen vijfendertig jaar ondergaan, telkens als zij hem onder ogen kwam bij het uitbetalen van het weekloon. Halverwege het zesendertigste jaar hield ze het voor gezien, zonder iets te zeggen trouwens, dus het was niet vreemd dat Schopenhauer dacht dat ze wegging omdat ze een filosoof had gevonden die beter betaalde.

Mevrouw Schopenhauer had in de loop der jaren een speciale modus gevonden om de klappen te pareren. Zij wist wanneer ze kwamen (namelijk steeds wanneer zij de badkamer uitkwam, 's ochtends, en hij bezig was zich aan te kleden) en ontweek ze behendig, als een bokser in de ring. Dit werd een spel, waarbij beide echtelieden vroeg of laat de slappe lach kregen – zij trouwens nog net iets eerder dan hij. Dat dit aspect van hun huwelijk nooit erg bekend is geworden in de bestaande biografieën over Arthur Schopenhauer, zou ermee te maken kunnen hebben dat er in het Duits geen woord is voor slappe lach.

Die Welt als Wille und Vorstellung, Zweiter Band. Kapittel 8. Zur Theorie des Lächerlichen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn