66. Zeven vrouwen in een dag




De eerste vrouw had een schichtig hondje dat op het hondenveldje in het park haar verliefdheid toonde aan een grote hond die niets om haar gaf. 'De volgende keer neem ik toch een mannetje,' zei de vrouw. Bij de vrouw thuis kwam het hondje bij de koffie op haar schoot zitten, en sloot, zich geborgen voelend, haar oogjes. Ik kreeg een knauw van een van de katten, die dement schijnt te zijn.

De tweede vrouw lag languit op de bank onder diverse dekens. Volgens mij had ze koorts. Ik heb de huisarts voor haar gebeld. Eetlust had ze nauwelijks, op mijn aandringen accepteerde ze een geroosterde witte boterham met aardbeienjam en liet die vervolgens staan. Wat ze appreciëerde, was dat ik de ochtendkranten voor haar uit de brievenbus had gevist. We moesten glimlachen om de Peter van Straaten zeurkalender, die vandaag een man tekende op kantoor, die de telefoon opneemt en zegt: 'Nee schat, ik zat niet te slapen, mijn secretaresse had me al wakker gemaakt.' Ik vroeg me af of de Peter van Straaten-kalenders ooit op zijn.

De vierde vrouw had me voor lunch uitgenodigd. Ze zag er prachtig uit. Ik had een crémant meegebracht. Toen we eenmaal aan de crémant zaten, vergaten we bijna te eten. De lunch bleek te bestaan uit een grote witte bol met vlees en ei en radijs en een bruin stokbroodje met vlees. Ze zei: 'Om 14.00 wordt mijn geliefde overbuurman geëuthanaseerd en straks komen ze hem halen.'  Toen de begrafenisondernemer kwam voor het lichaam, van top tot teen verpakt in dekens, hebben we de ontslapene nog een saluut gebracht. Er waren meer buren naar buiten gekomen. Het gaf me een vreemd soort voldoening om eindelijk eens mijn hoedje af te kunnen nemen voor de gelegenheid, ook al kende ik de overledene niet.

De vijfde vrouw, met wie ik in een ver verleden had gepingpongd, had nu een ernstige hernia en zei: 'Pain is my friend.'

De zesde vrouw, die ik tot mijn verrassing bij mij thuis aantrof, had een snoepje van een meisje bij zich met een afro. Ik probeerde haar voor me te winnen. We dansten op originele muziek uit New Orleans. Ik deed een houten schoolbankje aan haar over dat ik van mijn ouders heb geërfd en dat denk ik honderd jaar oud is. Ze wilde er meteen op zitten. Om er meteen daarna weer af te gaan.

De zevende vrouw had haar zoon meegenomen die de baard in de keel had, maar nog niet helemaal, waardoor hij die typische overgangsstem liet horen van piepen en brommen, zoals een auto die niet helemaal goed in de versnelling staat. De vrouw vertelde over een meisje op de kunstacademie die bij de beoordeling van haar werk haar docenten had buitengesloten, wat hen tot woede dreef. Daarover had ze een film gemaakt. 'Briljant.'

De achtste vrouw had billen waaraan ik me meer dan eens mocht warmen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn