Ze waren op weg naar de rechtbank. Ferwerda kon er niet over uit dat hij ja had gezegd tegen het voorstel van Becky om haar te verdedigen in de zaak die Roman, haar violente ex, tegen haar had aangespannen over de voogdij van Jimbo, maar goed, terugkrabbelen kon niet meer.
Ferwerda was geen terugkrabbelaar, hoewel hij vrijwel elke beslissing die hij nam betreurde. Doe niets, wist hij, was de enige beslissing die een mens kon nemen, maar een ADHD'er als hij was zulke inertie niet gegeven.
Zijn vrouw Tineke kon erover meespreken, die betreurde ook vrijwel elke beslissing die Ferwerda maakte. Toch had ze Ferwerda's 'alliantie' (haar woorden) met Becky, die hij een half jaar geleden nog dezelfde middag dat hij haar letterlijk tegen het lijf was gelopen – in de bouwmarkt –, had opgebiecht, niet als een dealbreaker beschouwd, en alleen daarom al was zij hem eeuwig dierbaar. Tineke had hem zelfs nog een bericht gestuurd om hem Hals und Beinbruch te wensen, een bericht dat hij pas in de WC van de rechtbank, waar hij zijn pleidooi zou oefenen, onder ogen kreeg.
Hoe haal je het in dat beeldige hoofdje van je, had Ferwerda tegen Becky gezegd die ochtend, toen hij haar bij haar thuis ophaalde in wat niet anders viel te omschrijven als een modern ghetto, om je zoon mee te nemen naar de rechtbank? Dat doe je zo'n kind toch niet aan?
Waarop Becky droogjes had geantwoord dat ze het Jimbo had gevraagd en dat hij het reuze cool had gevonden en dat het juist allemaal perfect uitkwam omdat hij van plan was zijn spreekbeurt te gaan houden over de Nederlandse advocatuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn