18. Mandarijn



Jaloezie, wellust en schaamte, Frank.  D a t   zijn de drie motoren die een man aandrijft. En wie zou er niet jaloers zijn op mij? Ik bedoel, ik zie er goed uit, ik ben fit, ik heb de potentie van een paard, maak daarvan twee paarden, en ik ben succesvol. Terwijl als je naar sommige andere mensen kijkt in deze kamer, – die mij trouwens erg aan mijn eigen kantoor doet denken, met die flip over en zo – dan moet je toch vaststellen dat het misschien iets minder is gelukt... Kijk, Frank, dat zul jij met of zonder Fraud – ik bedoel Freud – zullen beamen, dat een man zonder zoon toch wat sneu is... Een man zonder zoon is zoiets als een raket zonder maan. Luister, als een man zich niet kan voortplanten, als hij niet ergens zijn zaad in kan spuiten met vruchtbaar gevolg om zo maar te zeggen, naar zijn eigen gelijkenis, dan is zijn leven voor niets geweest... We zijn hier op aard' – ja, pink maar een traantje weg – om onszelf te dupliceren, daar zit niks anders op. En als we op dit slakkentempo doorgaan is de sinoficatie van Europa en de rest van de wereld in twintig jaar gepiept. Daarom vind ik het zo belangrijk dat mijn Jimbo mandarijns leert. Hè? Wat? Wat had je nu weer hierop aan te merken, big shot lawyer?
Mandarijn.
Oké, Mandarijn dan, maar om mijn punt even af te maken – ik zie Frank gebaren maken waarbij hij zijn duimnagel langs zijn hals trekt, wat zou hij daarmee bedoelen, he he – dat jullie allemaal jaloers zijn, daar komt het op neer. Jullie hebben allemaal een reden om jaloers op mij te zijn. En terecht. Jullie zijn, vergeleken bij mij, mislukkelingen. De een omdat hij haar leven niet op de rails krijgt, de ander omdat zij zich vergeten heeft voort te planten. En Jimbo? Als ik mijn kaarten op iemand moest zetten dan was het Jimmy Boy. Ik zal hem binnenkort eens inwijden in de... Hé, waar is-t'ie nou?
Naar de WC, Roman. Rustig maar. Hij komt zo terug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn