Walden

Ja, moeten we de stad vergeten en hier blijven wonen, in een soort commune met bevriende ouders en hun kinderen? En, om het plaatje af te maken, op het land gaan werken om in onze eigen voedselbehoefte te voorzien, de oude paarden inwisselen voor jonge koeien en onze kinderen home-schoolen en 's avonds rond het kampvuur gitaar spelen en liederen zingen en met zijn alle de liefde bedrijven in de gezonde buitenlucht? Een beetje zoals in Together van Lukas Moodysson? Ja, dat is een aanlokkelijk perspectief. Maar je moet er tegelijkertijd niet aan denken. Vrijheid, inderdaad, door allerlei burgerlijke restricties op te heffen, maar wat komt daarvoor in de plaats? Juist! Nieuwe knechting. En irritatie, vooral, die nu eenmaal inherent is aan iedere vorm van samenleving. Het is niet zozeer het opruimen van andermans troep, het terechtwijzen van andermans kinderen, en de jaloezie op elkaars partners, maar veeleer het gevoel dat andere mensen minder doen dan jij, minder geloven in de commune, vals spelen, zich drukken. En, niet te vergeten, de stilte. Wie de achterste uithoek van de Achterhoek uitzoekt om te leven, moet zich verzoenen met het grote niets, de verveling, en dat lukt niet als je je vrijwel niet aan het gemeenschappelijke gedoe kunt onttrekken. Aan de andere kant, ik heb het nooit geprobeerd, en zeker niet met deze mensen, dus misschien moet ik niet zo cynisch zijn en werkt het wel, als er voldoende buffers zijn ingebouwd op alle fronten.