Meer aan de dood denken

Met mijn gymnasiast bespreek ik strategieën om de werklust, concentratie en creativiteit hoog te houden voor studie en anderszins. Ik stel voor: minipauzes, een stukje wandelen, douchen, even liggen, sowieso wanneer mogelijk ogen dicht. Hij knikt en vult aan: het beste is om twintig minuten te werken, dan weer tien minuten te pauzeren, dan weer twintig minuten te werken, enzovoorts. Zo haal je het meest uit je tijd. Dat lijkt mij wat veel pauze op wat weinig werk, maar ik zwijg, want wat voor hem werkt werkt voor hem en ik wil in geen geval zijn strategie ondermijnen. Ik merk wel op: als je pauzeert moet je ook  e c h t  pauzeren en dus niet op je telefoon gaan kijken. Teveel prikkels. Het idee van pauzeren is dat je de hoeveelheid prikkels beperkt, anders verspil je kostbare aandacht. En wat ook helpt, ga ik verder, is iets anders gaan doen als je vastloopt of het even allemaal niet meer weet. Een ander onderwerp kiezen, een andere vorm, alles weggooien en opnieuw beginnen. Dat lijkt hem ook zinvol. Het is even stil. We laten de strategieën om meer uit onze tijd te halen bezinken. Dan komt hij met nog een advies, ergens gelezen. En dat is? Aan de dood denken. Krijg je inspiratie van. Hij lacht zijn kleine glimlach. Schijnt echt te werken, pap. Ik ga het proberen, zeg ik. Hier is mijn voornemen voor het nieuwe jaar: meer aan de dood denken. Kijken of het werkt.