Vasten

'Ik lees hier in de krant dat vasten goed is voor de gezondheid,' deel ik mee aan het ontbijt, dat ik oversla, overigens met name omdat er niet genoeg is sinds ik verzuimd heb boodschappen te doen. 'Je leeft langer en je hebt minder kans op kanker, hart en vaat ziekten en andere narigheid.'
Lieftallige lepelt rustig verder uit haar yoghurt met müesli.
'Af en toe helemaal niet eten,' draaf ik voort, 'is bovendien makkelijker dan over het geheel minder eten. Keertje proberen?'
'Ik geloof er niks van,' zegt ze.
'Moet je dat artikel lezen,' zeg ik. 'Als je daar tijd voor hebt.' Ik laat een bijna onhoorbaar hoonlachje ontsnappen.
'Dat háát ik.'
'Wat?'
'Dat lachje van je, na zo'n zelfvoldane opmerking. Vreselijk.'
Er onstnapt weer zo'n lachje, ik kan het niet helpen.
'Nu deed je het wéér!' roept de achtjarige.
Als de moeder naar haar werk is en de kinderen eindelijk weer eens voor een dagje zijn opgeborgen, vast ik verder. Dat wil zeggen, ik heb mijn regime iets afgezwakt. In plaats van helemaal niets eten, eet ik druifjes. Koffie kan mijn brein niet zonder, maar dan wel zonder suiker. Dan zwicht ik voor noten en een avocado. Mijn vasten gaat naadloos over in een anti-toegevoegde suikers dieet. Maar dat betekent dat ik niet alleen de door mij begeerde koekjes en chocola moet laten staan, maar ook de broodmaaltijd.
Een 'interessant' bijeffect van 'vasten' is dat ik meer tijd heb. Tijd die normaal nodig is voor voedselbereiding en -verwerking, krijg ik gratis en voor niks terug in de vorm van vrijheid. Tot zover het goede nieuws.
Het slechte nieuws is dat ik me de hele dag wat vaag en onbestemd voel. Niet up, niet down, de sugar rush alsmede de daarop volgende depressie blijft me bespaard, maar daar komt dus een continu 'gaat wel' voor in de plaats.
Als ik dit vasten af en toe volhoud, word ik vast honderd. Dan ben ik nu dus op de helft.
Misschien dat vasten toch vergeten.