Afscheidsreceptie



Zelden herlees ik eigen werk – ik bijgeloof zelfs dat daarvan een negatieve werking uitgaat op Nieuw Werk – maar toen ik afgelopen zaterdagmiddag de afscheidsreceptie bijwoonde van mijn huisarts, kreeg ik de behoefte om hoofdstuk 24 uit Zalig uiteinde nog eens te bekijken. De receptie van mijn huisarts – een misnomer if there ever was one, want hij is nog nooit bij mij aan huis geweest; althans niet in de hoedanigheid van arts, wel in die van buurman, want dat was hij ook tot een paar jaar geleden – vond conveniently plaats in het eerste het beste horeca-etablissement naast de praktijk. Het was donker; de sfeerverlichting stond aan. Er had zich al een rij gevormd voor de dokter die achterin de zaak felicitaties (of condoleances) in ontvangst stond te nemen, en uiteraard talrijke geschenken, die zich op de tafeltjes om hem heen opstapelden. Ik stapte uit de rij, bestelde een complimentary Affligem en ging weer in de rij staan. Ik raakte aan de praat met de dame op leeftijd achter mij, die met een stok liep. 'Ik heb een klapvoet,' zei ze, wijzend op haar ene schoen die duidelijk verschilde van de ander. En: 'De nieuwe dokter heb ik al een keer gezien, is heel geschikt hoor... Weet je wat hij tegen me zei? Jouw hele lijf is één en al artritis, behalve je hoofd.' Eindelijk was ik aan de beurt. 'En wat ga je doen?' vroeg ik aan mijn huisarts, die ik, als ik huisarts was, nog wel een decenniumpje of twee zou geven. 'Rondreis met de camper door Europa.' De man van de huisarts, die verdekt was opgesteld aan een nearby tafeltje, liet glunderend van trots de foto zien. Een prachtig gevaarte, spiksplinternieuw, alles erop en eraan. Op een foto zag ik mijn huisarts zitten op de bank in de camper. Hij keek niet vrolijk. 'Hij houdt er niet van om op de foto te gaan.'