Het nieuwe jaar dient zich aan in de vorm van een bromvlieg in de bedstee. Gisteravond, tijdens het spelletje Go met de Japanofiel, in wie ik overigens mijn meerdere moest erkennen, althans op het Go-bord, werden we al vergezeld door drie huisvliegen op de tafellamp. We deden een halfslachtige poging om ze te doden, maar dat lukte niet. Ze waren traag, deze wintervliegen, maar toch niet zo traag dat ze zich zomaar van het leven lieten beroven. Toen ik stront aan het scheppen was in de paardenstal, bedacht ik me dat dit klusje in de zomer wellicht iets minder romantisch uitpakt: overal vliegen, en stank. Nu was de stank prima te hebben. Een paardenvijg, ik heb hem bestudeerd, is ook niet veel meer dan een geurloos pakketje hooi met water.
Aukje en Luna reageerden kalm op het vuurwerkgeweld, dat zich hier uitte in de vorm van carbid-bommen bij de belendende varkensboerderij, dat 's middags begon.
Met boerderijhond Pablo ging ik een kijkje nemen. Het motregende. Met drank en zachte muziek had zich een groepje gevormd rondom een vuurtje en een carbidbom-opstelling. Dichterbijkomend werden we door steeds meer lieden aangegaapt. Pablo kenden ze wel, maar die figuur in die lange jas met die dandy-achtige witte sjaal, nee, dat was een vreemde. Mijn 'hallo's' en 'goedemiddags' werden beleefd geretourneerd. Terwijl een man een lange brandende toorts achter in een melkbus stak, voor het volgende salvo, deed een vrouw bij Pablo gehoorbeschermers om.