Mijn gezinsleden keken me schaapachtig aan. Zij hadden immers net zelf o o k geplast op Versailles. Zo'n prestatie was dat dus niet, plassen op Versailles. Poepen op Versailles, ja, dat zou nog wel enige indruk kunnen maken, maar vooralsnog had niemand het in zich, op dat moment, om te poepen op Versailles.
Trouwens, het zou een loos statement zijn.
We betraden het kasteel. Dat bleek een uitstekende zet, achteraf gezien, om laat naar Versailles te gaan vanuit Parijs, een late lunch te gebruiken in de beeldentuin (buiten het zicht van de tuinpolitie), en het sfeervol door laat licht beschenen chateau binnen te gaan als iedereen er uit ging.
Ook een goed idee: 3 seconden max per zaal.
Bij een relatief sobere salle à manger, waarvoor verder niemand interesse toonde, bleef ik staan. Aan één tafel, waarop vijf zilveren bordjes waren gedekt met kunstig gevouwde servetten erop, stond, aan de lange zijde één grote, met goud damast beklede zetel (de rugleuning naar de open haard gericht), plus twee krukjes links en twee krukjes rechts aan de korte zijden. Een paar meter verderop waren in een halve cirkel naar de tafel toe nog acht krukjes gepositioneerd, voor de hofdames.
Dit leek mij nog helemaal niet zo'n gekke opstelling, maar iets in mij zei dat ik die er niet zonder slag of stoot doorheen zou krijgen.