Dooie rat

Er lag een dooie rat op het fietspad, dus ik zei tegen mijn kinderen voor en achter: 'Kijk, een dooie rat.'
Ze zagen hem niet, we gingen te snel.
De volgende dag lag de rat er nog steeds, dus ik kwam weer met mijn dooie rat-alert. Nu had de achtjarige de dooie rat wel gezien, maar de peuter nog steeds niet, maar dat veranderde een dag later, toen ze hem wel zag liggen, vlakbij een perkje rondom een boom.
De rat, hadden we inmiddels kunnen zien, oogde nat en zompig. Misschien was hij uit het water gevist. Of hij was natgeregend, dat kon ook.
Het verbaasde mij dat het lijk niet was geruimd. Maar ik had zelf ook geen stappen ondernomen tot lijkruiming, dan wel -bezorging. Het schijnt me toe, dat de lijkbezorging bij ratten beter kan.
Hoe dan ook, vandaag fietsten we weer langs de rat. Nu was er iets nieuws: hij was kapot, zijn buik lag open. Het leek alsof er iemand overheen was gereden, bijvoorbeeld een scooter. Op een of andere manier leek het me waarschijnlijker dat een scooter hem had overreden, dan een fietser.
De vader sprak tot zijn kinderen: 'Ook wat. Lig je daar dood te zijn, word je nog eens overreden, alsof gewoon dood niet dood genoeg is. Mooie boel. Leuke wereld.'
De kinderen voor en achter wilden weten hoe het nu verder moest met de rat. Ik zei dat ik het niet wist. Het lijkruimen/-bezorgen werd er ondertussen niet aangenamer op. Misschien dat nog verder en langer platrijden, tot het lijk als het ware versmelt met het fietspad, nog de mooiste uitvaart is.