De vloer van het tenthuisje is totaal bespikkeld, alsof iemand een pak hagelslag heeft leeggegoten. Een slecht opgeborgen reep chocola is helemaal weg. Een pak koffie is links en rechts doorboord. Een stuk zeep is van alle kanten aangevroten, waardoor toch een soort kunst is ontstaan; muizenkunst zo je wilt.
Verrassend wordt het in de 'kinderkamer': daar hebben ze geprobeerd zich door een matras heen te knagen, een beetje zoals IS door Syrië – overigens met even weinig succes.
In mijn ooghoek zie ik een muis in een houten bakje stappen. Leuk diertje, zo'n bosmuis, leuker dan een huismuis, die zijn toch saaier. Een doek erover en naar buiten ermee. Dat is de humane en ook effectieve methode. Maar dan zie ik nog een muis, een ander, hoger bakje in stappen. Dat blijkt dienst te doen als urinoir: het bakje is doordrenkt met muizenpis. Ik verplaats beide woonlagen naar buiten en stuur de knagers het bos in; veel haast om te reïntegreren lijken ze niet te hebben.
'We moeten vaker komen,' zeg ik tegen LT tijdens de Grote Muizenzuivering. 'We komen te weinig. We moeten er voor zorgen dat wij een groter probleem voor hen vormen dan zij voor ons.'