Behang



'Ik durf het bijna niet te vragen,' sms ik mijn uitgever, 'maar is er, voor deze zwoeger, misschien nog 1 kaartje voor het Boekenbal vrijdag?'
Geen antwoord.
Ik heb het eerder opgemerkt: de allocatie van kaartjes voor het felstbegeerde fissa van het jaar (volgens sommigen), verdient een wetenschappelijke studie, maar misschien is die er al. Overigens verandert dat niets aan het feit dat ik me aan de verkeerde kant van de schaarste bevind. Het is beter om je aan de goede kant van de schaarste te bevinden, ook al besef je dat dikwijls niet eens.
'Schrijvers zoals wij zijn behang op het boekenbal,' troost de Monnik, die wel een kaartje heeft bemachtigd. 'Stel jezelf de vraag: hoe zeer verheugen mensen uit het boekenvak zich om Viktor Frölke op het boekenbal tegen te komen?'
Ik stel mezelf de vraag, beeld me in dat mensen uit het boekenvak mij tegenkomen op het boekenbal, en probeer hun reactie te peilen. Geen vrolijkmakende exercitie.
De Monnik geeft zelf antwoord. 'Schrijvers als A.F.Th., Tommy Wieringa, Connie Palmen en soortgelijken, ja, die willen mensen uit het boekenvak graag tegenkomen op het boekenbal...'
'The usual suspects...'
'Inderdaad. Wij zijn behang.'
Ik zou niet graag als behang de geschiedenis in gaan. Misschien als wandkleed, tegeltjes wellicht, maar niet als behang. Aan de andere kant, behang is beter dan een kale muur.