Kruikje

Icehotel

'Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws,' zegt lieftallige tegen de vierjarige. 'Het slechte nieuws is dat ik geen kruikje meer in je bed leg.' Stilte. En het goede nieuws? 'Het goede nieuws is dat het voorjaar is aangebroken en het lekker weer wordt, dus het is ook niet meer  n o d i g  om een kruikje in je bed te leggen.'
De vierjarige kijkt haar moeder even sip aan, in afwachting van nog meer nieuws, maar als ze beseft dat dit alle nieuws is, barst ze definitief in tranen uit. Geen kruikje? Maar dat is absoluut onaanvaardbaar! Hoe haalt ze het in haar hoofd, om haar hoogsteigen kruikje weg te nemen, dat haar al maanden vergezelt onder de dekens – haar steun en toeverlaat in koelte, kilte en koude? Weet ze wel hoe  b e l a n g r i j k  dat kruikje voor haar is, in haar leven?
De moeder bindt in. Oké, ze heeft het wat onhandig geformuleerd. Misschien had ze het niet in termen van goed nieuws en slecht nieuws moeten verpakken, misschien is een vierjarige nog niet rijp voor de goed nieuws/slecht nieuws formule, die in sommige andere situaties zo goed werkt, misschien had ze überhaupt geen nieuwsuitzending moeten verzorgen over het kruikje en het 'gewoon' niet meer in haar bed moeten leggen, – alhoewel de vierjarige deze lacune  z e k e r  was opgevallen, en dan waren de rapen ook gaar, misschien nog wel gaarder. Maar de vierjarige krijgt haar zin. Niet voor het eerst, trouwens. Ze krijgt het kruikje weer mee naar bed, om haar voetjes aan te warmen. En de elektrische deken? Die gaat ook aan. Gelukkig maar. De winter is ook nog lang niet voorbij. Het gaat weer vriezen.