'Kijk,' zei ik tegen de oud-depothouder, die zoals altijd kaarsrecht, met zijn buik vooruit, op zijn krukje zat op depot tijdens de lunchpauze, 'deze boterhammen heeft mijn zoon voor mij gesmeerd.'
'O, nou, als hij daar aardigheid in heeft,' luidde het antwoord. Hij snoof. Daarna schakelde hij snel over naar zijn aanstaande fietsvakantie, die door Zuid-Holland, Zeeland, Vlaanderen en Limburg voert. 'Ik ga ook naar een vriendin in Nuenen.'
'Nuenen? Daar had ik ook een vriendin zitten, lang geleden. Twee zelfs. En een vriend... Is dat een ex van je?'
'Nee, ik ben nooit getrouwd. Zij wilde wel, maar ik was er nog niet aan toe. Uiteindelijk is ze met een kinderarts getrouwd. Veel beter voor haar. Ze was heel christelijk. Die hebben zo'n geheimtaaltje, ik kon daar weinig mee.'