Den Haag

Het eerste dat me opviel in Den Haag was de dame die dwars een drukke straat overstak en het verkeer tegenhield door een opgerolde krant omhoog te houden. Dat vond ik Haags. Daarna zag ik een man op een fiets met een golfclub in zijn hand. Dat vond ik ook Haags.
Niet typisch Haags, denk ik, maar wel opmerkelijk, vond ik het hoofdkantoor van de vrijmetselarij, dat we passeerden, en de Berlage-kerk. Ik wist dat Berlage het Gemeentemuseum had ontworpen, maar die kerk kende ik nog niet.
'Waar zijn de parkeermeters?' vroeg ik aan de barman van café Gember, ter linkerzijde van het Gemeentemuseum, waar ik voornemens was met een driejarige en een achtjarige een Mondriaan-tentoonstelling te bezoeken.
'Zijn er niet.'
'Dus het is gratis parkeren hier?'
Hij knikte. Ik juichte. Den Haag kon wat mij betrof niet meer stuk.