De performance 'Attempts to embrace' door Pierre Audi in het kader van het Holland Festival gisterenavond in de Zuiveringshal op het Westergasfabriekterrein was beslist statisch te noemen, maar dat was juist onderdeel van de charme. Het was onnadrukkelijk, subtiel, kabuki-achtig theater, wat hij ons tweeënhalfuur lang voorschotelde. Er gebeurde niet veel, zeg maar gerust bijna niets, en er werd niets gecommuniceerd, maar dat gaf het geheel juist een zekere mystiek. Hij zat daar maar, eigenlijk, met zijn jas op schoot en met zijn rug naar ons toe. Af en toe keek hij op zijn Apple-watch, hetgeen ons in staat stelde zijn profiel goed te bestuderen. Pierre Audi's hoofd ziet eruit alsof er een panty overheen is getrokken.
Meteen in de eerste acte al sloeg hij een arm om zijn – toegegeven: ravissante – vriendin, en dat was dan. Theatraler, dramatischer, en romantischer zou het niet worden, afgezien van dat moment laat in de voorstelling, dat de vriendin haar hoofd tegen zijn schouder te rusten legde (en gelijk had ze, op dat punt aangekomen).
Ik vond het vooral spannend om te zien hoe lang die arm daar zou blijven liggen. Zo'n arm ligt niet lekker, dat is algemeen bekend. Voor de omarmer niet, maar ook niet voor de omarmde, die het gevoel heeft beklemd te raken, maar misschien moest dit minimalistische armenballet worden geïnterpreteerd als een uitdrukking van de onmogelijkheid tot liefde in het huidige tijdgewricht.
Er was weinig tekst. De tekst die er was bleek onverstaanbaar (een boventiteling zou, zeker gezien de prijs van de kaartjes, geen overbodige luxe zijn geweest). Pierre Audi smiespelde wat tegen zijn vriendin. Wilde hij weg? Wilde hij weten of zij weg wilde? Wilden ze samen weg? Dat zou een statement zijn, maar ze bleven zitten. Wij ook.
Toen Pierre Audi in de vierde acte voor de laatste keer een arm om zijn vriendin sloeg prikte hij in het voorbijgaan enkele malen met zijn elleboog in mijn knie. Een Holland Festival-performance was nog nooit zo f y s i e k geweest.