De verloren zoon (nu echt)

Rembrandt: Terugkeer van de verloren zoon (1668)

Als ik met mijn gesprekspartner sinds 1983 op de late, kille, winderige zondagavond een wandeling maak door het verlaten Beatrixpark, ben ik benieuwd wat hij van mijn kritiek op Grunberg vindt, maar er zijn urgentere onderwerpen. Zoals de verloren zoon. De informaticus noemde ik een verloren zoon, maar de adolescent van Sinds '83 is een echte. Hij zit vier weken in de kliniek, wat voelt als vier maanden, en het einde is nog niet in zicht. Vier jaar geleden zette de neergang in.
In de Bijbelse parabel heeft een rijk man twee zonen. De jongste eist het fortuin op. De vader geeft zijn fiat. De zoon trekt de wereld in en in plaats van het fortuin op te sparen of te vermenigvuldigen, verbrast en verkwanselt hij het. Berooid keert hij terug. De vader geeft een groot feest. De oudere zoon is woedend. 'Hoe kun je zo aardig zijn tegen hem?' De vader antwoordt: 'Ik ben blij dat hij er weer is. Ik heb hem gemist.'
Er huppelen een paar konijnen voorbij op een veld in het donkere park.
Sinds '83 leest me van zijn telefoon de brief voor, die hij aan zijn V.Z. heeft gestuurd. 'Hoe boos je ook op ons bent, we houden van je,' schrijft hij. En: 'Als er iets is waardoor wij de oorzaak van jouw boosheid kunnen wegnemen, dan horen we dat graag.' En: 'Ik haatte mijn vader ook op jouw leeftijd. Het heeft me tien jaar gekost om hem als een normaal mens te zien.'
Het is een lange, ontroerende brief.
V.Z. schrijft niet terug, laat niet eens weten of hij hem ontvangen heeft. Hij beantwoordt geen mails, apps of andere pogingen tot contact. Van niemand, eigenlijk.
'Je vraagt je af wat je fout hebt gedaan. Wat er is gebeurd. Een trauma, wellicht, maar wat dan. Hij geeft zich aan niemand bloot, kletst zich overal charmant doorheen. Als ik in mijn werkkamer naar de foto kijk van hem toen hij nog jong was, zie ik een guitige, speelse, intelligente, creatieve, ondernemende jongen. Die is weg.'
Een vrouw met een hond passeert. De vrouw heeft een korte broek aan. Achter haar is door de storm een grote tak afgebroken.
Ik wou dat ik iets kon doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn