Derde vraaggesprek

Man 1: Waarom draagt u een hoed?
Man 2: Ik wilde al lang een hoed geloof ik, maar ik wist niet waar ik er een kon kopen/ik was te lui om dat uit te zoeken. Toen stuitte ik bij toeval in een dumpshop op een hoed van €10, die eigenlijk ook iets te klein was, maar dat weerhield dit hoofddeksel er dus niet van om van de Oosterdokskade het water in te waaien.
Man 1: Waarom draagt u een hoed?
Man 2: Daarna heb ik voor mijn gevoel lang zonder gezeten. Het voelde wel ongeveer terecht, symbolisch en zo, dat ik mijn hoed was kwijtgeraakt. Ik kon trouwens ook geen nieuwe hoed vinden die paste. Ik ben behept met een groot hoofd.
Man 1: Waarom draagt u een hoed?
Man 2: Een vintage hoedenwinkel mailde me af en toe foto's van hoeden die me wel zouden passen, vooral van jagershoeden en ik ben geen jager. Ik ben verzamelaar. Voor mijn vijftigste verjaardag ben ik een hoed gaan passen in een deftige hoedenwinkel. Daar vond ik een majestueuze, perfect passende Borsalino, maar men was het erover eens dat ik die Borsalino niet had verdiend. Ikzelf eigenlijk ook.
Man 1: Waarom draagt u een hoed?
Man 2: Nu heb ik een nep-Borsalino. Een nep-Borsalino is ook een hoed.
Man 1: Waarom draagt u een hoed?
Man 2 zet zijn hoed op het kale hoofd van man 1 en trekt hem hard naar beneden, om zo het zicht aan hemzelf en de rest van de wereld te onttrekken.