Analyse van een non-event


Vlak voordat de verveelde, koopzieke massa's de Bijenkorf binnenklotsen, maken wij dat we wegkomen, maar bij de uitgang ontdekt de negenjarige dat hij zijn prachtige Kidscase-jas heeft laten liggen in het restaurant.
Ik ren terug, hierbij schurkend dan wel duwend en stotend tegen enige traag voorttrekkende Bijenkorfbezoekers, waarvoor excuus maar dit is een noodgeval. Als die jas weg is, dan is het zondagse koop-uitje naar de Bijenkorf, meer als entertainment dan als godsdienst bedoeld, hoewel niemand doof is voor de god van de hebzucht, voor niets geweest en drukken de kosten voor de puntjes die ik de kinderen heb voorgeschoteld nog zwaarder op de begroting dan ze al deden.
Altijd ben ik de weg kwijt in de Bijenkorf, wellicht is dat het idee achter die winkel, zolang je verdwaald bent ga je van de weeromstuit kopen, maakt niet uit wat, vooral dingen trouwens die je niet nodig hebt, veel te dure dingen, onzinnige dingen, maar op een of andere manier weet ik de lift terug te vinden en vlieg in een ruk, samen met een jong stel in fleece-jacks met bugaboo, de lucht in. Boven spurt ik naar het restaurant, naar onze tafel, waar we zo 'genoeglijk' voornoemde puntjes tot ons genomen hebben (plus de marsepeinen lolly's die op de damesafdeling gratis *joechei* werden verstrekt), om vast te stellen dat er een nieuw gezin op onze plek zit, zelfde samenstelling, zelfde huidskleur, enzovoorts, even heb ik het gevoel dat ik mezelf op de schouders tik.
Nee, de jas hangt er niet meer.
Nee, natuurlijk niet, wat dacht ik?
Ontredderd kijk ik om me heen naar de schransende menigte.
Een jonge vrouw aan een belendende tafel staat op en loopt op mij af. 'Ik heb gezien dat u uw jas vergat, maar ik heb er niets van gezegd.'
Solliciteert deze vrouw naar een oorvijg, of wil ze dat ik haar morele schuld kwijtscheld?
Een Bijenkorfmedewerker verwijst me vriendelijk naar de servicebalie.

3 opmerkingen:

  1. En toeeeeeen, reageerden wij kleine kinderen als mijn lieve vadertje zijn verzonnen verhaal onderbrak (altijd gedacht dat hij zo bewust de spanning opvoerde, heel veel later bekende hij dat hij dan zo gauw niet meer wist hoe ie verder moest - ik vertel nooit verhalen en dat voelt als een bar gemis).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vaders gaf nooit titels aan zijn verhalen, ik realiseer me nu pas dat de jouwe het antwoord al gaf.

    BeantwoordenVerwijderen

Wat fijn dat jullie er zijn