Letter to the editor



Dankzij IDFA documentaires gebingewatched de afgelopen tijd, en ze waren allemaal te lang. Wat is dat met documentaires, dat ze de neiging hebben te lang te zijn? Natuurlijk, alles is te lang, als je eenmaal ergens aan begint wil je dat het zo snel mogelijk voorbij is, verheug je je op het einde, de pauze, de terugtocht, het afscheid, slapen. Maar bij de documentaires die ik zag, de korte niet uitgezonderd, overviel me, veel vaker dan zoiets me bij fictiefilms overvalt, het gevoel dat de editor had zitten slapen.
The Ambassador's Wife bijvoorbeeld, een korte documentaire schets van de Franse ambassadeursvrouw in Burkina Faso, die haar dagen vult met zwemmen, zingen en zitten, bevatte een aantal mooie scenes, maar de mooite van die scenes werd ernstig ondermijnd door hun lengte. Zo zien we Madame l'Ambassadeur baantjes trekken in het zwembad in haar weelderige tuin, terwijl een eindje verderop zwarte arbeiders de oude tennisbaan wegbeitelen om een nieuwe aan te kunnen leggen. Een heerlijke scene. Maar hij had de helft korter gemoeten, om een 'ja-nu-weten-we-het-wel' te voorkomen.
Ander voorbeeld, uit, alweer een commentaarloze 'slice of life'-film, The Potato Eaters, met dit keer de focus op een arme familie op het Russische platteland. Soms leek het alsof de documentairemaakster de camera had opgesteld in de leefruimte van deze aardappeleters, hem uren, zo niet dagen had laten draaien, om er daarna de beste stukjes uit te knippen.
De digitale revolutie heeft het mogelijk en betaalbaar gemaakt om op die manier te werk te gaan, en het levert ook prima beelden op. Het maakt niet uit waar je je camera op richt, als je hem maar lang genoeg aan laat staan, krijg je vanzelf prima beelden.
Een andere overweging lijkt te zijn bij met name Nederlandse documentaires die in een ver land te zijn gemaakt: 'We zijn er nou toch, dus laten we maar zoveel mogelijk schieten, en daar zo veel mogelijk van gebruiken, anders is het zonde.'
Cut!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn