1. Op depot tref ik de Indiaan. Hem had ik nog niet persoonlijk uitgenodigd voor mijn boekpresentatie, dus dat doe ik bij deze. 'Geen tijd. Leuk voor je. Nou doei,' zegt hij en weg is hij.
2. De ex-depothouder stormt binnen en verklaart: 'Je zal wel bij De Wereld Draait Door komen. Ik bedoel, je schrijft een boekje over wat je allemaal meemaakt als postbode en dan kun je daar toch leuk over vertellen? Daar is dat programma voor, dat kan die jongen die dat doet heel goed, het leven een beetje leuker maken.'
3. Onder in mijn tas had ik vorige week een stapeltje post aan de familie met de Spaanse naam – aanmaningen, achterstallige rekeningen etc. – laten zitten, met de bedoeling die thans te herstelstickeren/retourneren, maar het stapeltje is weg. Gejat, wellicht. Veel plezier ermee.
4. De man die een langwerpig doosje van de Postcodeloterij in zijn brievenbus vindt, maakt een ironisch vreugdedansje, als ik hem overdreven feliciteer met zijn prijs, maar hij maakt toch een vreugdedansje. (Waarschijnlijk zitten er stroopwafels in.)
5. Dingena Mol, de fotografe van Het Parool, wil een actiefoto. Ik ook. We worden op onze wenken bediend door mijn hulppostbode (6), die op de Stadionweg zoals altijd weer met een noodgang op mij af komt gestormd.
6. Mijn huidige favoriete weduwe, een kettingrokende oud-intensive careverpleegster met een droog gevoel voor humor, is naar een tehuis vertrokken, meldt haar zoon. Ik zal haar missen.