Bericht van de cramping (6): Going nowhere slowly.

De cramping is leeg. Afgezien van enkele laagovervliegende vliegtuigen, en een libelle, zijn we de enigen. We eten aan de rand van het bos, bij ondergaande zon. Conform de Tweede Hoofdwet van Frölke – waar zwembaar water is moet gezwommen worden – fiets ik in de schemering door de duinen naar het strand. Niemand. Of nee, toch nog een paar laatste zielen. Ik loop – naakt, conform de Derde Hoofdwet van Frölke – de kalme zee in, er zijn nauwelijks golven, maar er is wel stroming, en zwem, doelloos, going nowhere slowly. Het wordt al donkerder. Ben ik gelukkig? Dat is mogelijk, maar je kunt er niet zeker van zijn. Als ik nu doorga tot ik niet meer kan, is het met me gedaan. Boven de duinen, zie ik als ik omdraai, een rood-oranje maan. Spontaan begin ik te zingen: 'When the moon is in the seventh hour...'