Drukke, rustige kunst



Ik kende het drukke werk van Willem van Genk al uit de vaste tentoonstelling in het Haarlemse Dolhuys, maar bij de hernieuwde kennismaking met zijn werk in het Outsider Art Museum in de Hermitage werd mijn aandacht getrokken door één rustig werk van hem, een zeer rustig werk, mogen we wel zeggen, bekend onder de titel Bomenlaan, waarmee niets te veel is gezegd (zie boven).
Jammer dat er noch in de catalogus bij de tentoonstelling, noch in de begeleidende teksten bij het kunstwerk wordt ingegaan op de vraag wat Willem van Genk bezielde toen hij dit schilderde.
Immers, in dit tafereel niets van wat zijn andere werk zo 'druk' – en volgens W.F. Hermans 'huiveringwekkend mooi' maakt: spoorlijnen, treinen, stations, schreeuwende (reclame-)teksten, gebouwen, mensenmassa's, chaos, verontrustende taferelen, kortom: de stad. Van Genk was op dit schilderij even de stad uit. Zijn daar genoeg prikkels? Misschien niet, ben ik bang. Misschien was Bomenlaan alleen maar een oefening in perspectief.
Ik werd getroffen door een funfact uit de beknopte biografie in de catalogus. Van Genk, de jongste van tien kinderen (hij had negen zussen), die dus niet wilde deugen – hij kon niet mee op school in Den Haag – kreeg bijzondere rekenles van zijn vader. Pappa Van Genk leerde Willem 'fysiek' optellen. Dus: twee klappen plus drie klappen is hoeveel klappen? Ik ga dit op mijn kinderen uitproberen.
Een onderbelicht aspect lijkt me zijn fetisjisme voor nepleren regen- en gestapojassen, die in sommige installaties plotseling opduiken, en zijn (hiermee samenhangende?) min of meer onderdrukte homoseksualiteit.
Hoog tijd dat er eens een diepgravende biografie verschijnt over deze bezeten, hoogst originele kunstenaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn