36. Objecten



Ferwerda aan de telefoon. Het ging niet zo goed met hem. Hij was gewond.
Het was niet zozeer dat ze visten in dezelfde baarmoeder wat Roman Hollak in toorn deed ontvlammen, maar Ferwerda's off hand opmerking, later op de avond na een slap frietje met een berg lauwe kibbeling, dat Romans zoon bang voor hem was.
Jimbo bang voor mij? schreeuwde Roman. Wie zegt dat? Die kut van een Becky zeker?
Ferwerda bedacht dat hij al veel eerder het openbaar vervoer terug naar huis had moeten nemen, maar subiet vertrekken was een onmogelijkheid.
Hij probeerde nog terug te krabbelen, dat hij het niet zeker wist, dat het niet met zoveel woorden was gezegd, dat het meer een gevoel was, maar die terugkrabbeling kwam onvoldoende tot zijn recht. Met de toevoeging dat Ferwerda zo goed kon opschieten met Jim, dat ze elkaar zo goed aanvoelden, gooide hij nog meer olie op het vuur.
Woest was hij uiteindelijk geworden, de licht ontvlambare Roman, in dat huisje van hem op het vakantiepark voor heengezonden ex-echtgenoten. Hij liep rusteloos rond, niet wetend of hij Ferwerda een schop tegen zijn oude benen moest geven, zijn oude arm moest breken of toch zijn agressie en frustratie beter kon botvieren op een object. Objecten waren geduldig. Ze konden wat hebben. Ze dienden geen klachten in. Roman had een goede relatie met objecten. Het was alsof de objecten hem uitnodigden, smeekten om zich tot hen te verhouden. Toen Roman uiteindelijk inging op de smeekbede en een bierfles stuksloeg op het provisorische aanrechtje, raakte zijn gast alsnog beschadigd. Niet ernstig. Een rondvliegende scherf had een flinke snee achtergelaten in zijn vierenzestigjarige melkflessenbeen, net onder de knie.
Later was er toch nog verbroedering opgetreden toen Roman de minnaar van zijn ex' wond verpleegde.
Wat zei Tineke, vroeg ik.
Tineke is zo goed als onbereikbaar, hijgde Ferwerda door de telefoon. Die heeft alleen nog oog voor Malika.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn