Golven van verdriet
De dag begint vrolijk, met mijn achtjarige die spontaan een stuk voorleest, in het halfdonker, uit zijn nieuwe boek, maar even later ligt hij in foetushouding op de bank te huilen. Want zijn jongere zus heeft een feestje vanmiddag en hij niet, en ze heeft ook een drakenpak voor het kinderboekenweekfeest – thema griezelen – en hij niet. En inderdaad: mijn dochter paradeert rond in een drakenpak dat ik ooit in New York kocht, inclusief muts met ingebouwde drakenkop, heel kunstig. 'Heb je in de verkleedkist gekeken?' probeer ik vanuit bed het verdriet van mijn zoon om te buigen in, nou ja, blijdschap. 'Daar ligt niks in!' Ik hijs mezelf uit bed, terwijl lieftallige aan de slag gaat met het blauwschminken van het draakje. Uit de verkleedkist trek ik een dozijn prinsessenjurken, maar ook een ridderpak. Dat wil hij wel aan. Met schmink? Met schmink. Als lieftallige klaar is met het schminken van de ridder, zwelt de volgende huilbui aan, nu uit de keel van het draakje. Want het draakje wil ook groene schmink, net zoals de ridder. 'Als je blijft huilen huil je alle schmink eraf.' Natuurlijk krijgt het draakje haar zin. Iedereen blij? Toch niet, want als ik het draakje heb afgeleverd op school wil ze de kunstige muts niet op, terwijl die nu juist, in mijn ogen, het verschil maakt. Ik laat hem achter in het klaslokaal voor het geval ze van gedachten verandert. Maar als ik haar zoals gewoonlijk van buiten door het raam luchtkussen toewerp staat het traanvocht in haar ogen. Het draakje eist dat ik de drakenkop weer meeneem. Jaloezie en schaamte: vermoeiende emoties.