Social driver (1)
Ik heb er weer een baan bij: social driver. Mensen die slecht ter been zijn rijd ik kleine eindjes door de Pijp en de Rivierenbuurt à 1 euro per ritje voor de Stichting HeenEnWeer.
Mijn favoriete passagier is Greet, 97. Een juf die altijd ongetrouwd en kinderloos is gebleven. Al haar vriendinnen zijn dood. Greet heeft sluik meisjesachtig cementgrijs haar, een puntige kin (waar soms nog wat sneeuwwitte sprietjes uitsteken) en een uitermate zonnig humeur.
'Ik ruik de soep nog die je net hebt gegeten,' zeg ik, als ik haar ophaal van de dagbesteding bij het woonzorgcentrum en haar van de rollator in de Max Car help, waarbij ik bijna één bil mis. 'Uit je mond.'
'Niet uit mijn neus, nee,' kaatst Greet terug.
Greets brein werkt feilloos, behalve dat ze kort van memorie is. Wat voor soep ze heeft gegeten weet ze niet meer. Niet zelden neemt ze de verkeerde jas mee. En één keer stond ze voor haar gesloten huisdeur en belde ze de politie, die, toen die was gekomen, haar wees op de huissleutels om haar hals. 'Zolang het goed gaat, gaat het goed, en als het niet meer goed gaat, ja, dan kan ik er wel uitstappen,' zegt ze ineens. 'Dat mag op mijn leeftijd. Maar voorlopig gaat het goed.'
Zwijgend zoemen we temidden van het echte verkeer over de President Kennedylaan.
In haar tropisch verwarmde woning op de 9e verdieping van de flat waar ze al vijftig jaar woont, laat ze, niet voor de eerste keer, de zwartwit foto zien van haar als kind met haar zeven broers en zussen, van groot naar klein.
Ze wijst een jongere broer aan die nog leeft. 'Die woont in Groningen.'
'Spreek je die wel eens?'
'Hij belt nooit. En als ik hem bel, zegt hij: geen tijd. Voetbal.'
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn