Pornograaf van het eerste uur Peter Muller en een van zijn creaties. |
Deceptie, dat veelkoppige monster, overviel mij vanochtend. Ik sloeg de krant open, bladerde hem tot het eind door, en daar stond zij: deceptie. Sof. Domper. Waar iets had moeten zijn, was niets. Waar mijn kerstverhaal, De mantel der liefde, dat ik tot mijn eigen bejubeling aan Het Parool had verkocht, me had moeten toelachen, grimlachte de grote leegte. Een verklaring was er niet, alleen een teleurstelling. Wat te doen? Woede een kans geven? Jawel, maar niet voor lang. Want uit woede wordt zelden poëzie geboren, die verteerbaar is. Vinnige, venijnige, vlijmscherpe emails componeren en afvuren naar de aanbrengers van mijn deceptie, eisende een verklaring? Zinloos. Douchen leek me nog het beste. Daarna wandelen. Dan koekjes bakken. Dan werken, met de handen liefst. Bezig zijn, de gedachten dwingen de andere kant op te gaan. Alles om maar niet terug te keren naar de bron van de deceptie, het tobben over mogelijke verklaringen, het aantrekken van het boetekleed, de zelfhaat, de zelfkleinering. Allemaal onnodig, en zelfs destructief voor een Scheppend Kunstenaar. Het geloof in de vooruitgang van het scheppen, in de zin van het scheppen, in het scheppen an sich, mag niet worden aangetast, anders wankelt het Project, het levensplan, thans pakweg vijftien jaar oud, en 'kunnen we wel ophouden'. Onder de toonbank. Pornografie en erotica in de Nederlanden, in de kerstuitverkoop aangeschaft bij Van Oorschot, onder het genot van dunne snert met wors: ja, daar kan ik wel wat mee. Als iets troost, dan porno.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn