Overklassen



Vanaf de hoogste verdieping van de Mondriaan-toren belde ik mijn raadsman, die een eindje verderop op de Zuidas kantoor houdt, – dat kluitje wolkenkrabbers zag er nu, hoe zal ik het zeggen, enigszins petieterig uit –, om te melden dat ik voor het eerst in mijn leven met recht op hem neer kon kijken (hij is tegen de twee meter, of daar net overheen). Ik bel hem wel vaker met zulke mededelingen. Ik kan me herinneren dat ik eens om twaalf uur 's nachts over de A10 reed, en meende op zijn verdieping het licht nog te zien branden. 'Ik ga je nu met honderd kilometer per uur voorbij,' luidde toen de boodschap. Vrijdag verheug ik me erop hem te kunnen berichten dat ik op enkele honderden meters over hem heen vlieg.