De ontvoering van mijn fiets (V)



'Oké,' zei de paardenstaart, terwijl ze het fietssleuteltje in beslag nam, 'ik weet het goed gemaakt. Ik verzoek de twee heren hun ogen te sluiten.' 'Waarom,' vroeg ik, 'wat heeft dat voor zin?' 'Doe nou maar wat ze zegt,' viel mijn verwarde tante de politie-agente bij, 'anders zitten we hier morgenochtend nog.' Haar eerste heldere observatie. 'En u ook,' keek ze streng naar de ABC-lookalike, die als naam Tycho had opgegeven, Tycho R., interieurarchitect te Nieuw Sloten. Ik deed mijn ogen dicht. Ik ging ervan uit dat de paardenstaart, met de hulp van mijn verwarde tante, ervoor zou zorgen dat de interieurarchitect niet vals speelde. 'En nu?' zeiden Tycho en ik bijna tegelijk. 'Dat zal ik jullie haarfijn uitleggen,' zei de paardenstaart, 'maar eerst een capootje.' We hoorden hoe de politie met de voorbereidingen daarvan begon; de koffiemachine deed zijn werk. 'Jullie gaan om de beurt een unieke eigenschap opnoemen van het onderhavige rijwiel. Wie de meeste unieke eigenschappen kan opnoemen, is de eigenaar.' Mijn verwarde tante lachte hysterisch, zoals de stiefmoeder uit Sneeuwwitje bij het prepareren van de giftige appel, maar ik vond de oplossing van de paardenstaart eigenlijk wel elegant. Ineens kreeg ik het warm. Hoeveel eigenschappen zou ik op kunnen noemen? Misschien had Tycho mijn fiets veel beter bestudeerd dan ik... Hij had er alle tijd voor gehad, eerst op de Sarphatistraat en toen bij de bakker, en daarna nog, terwijl mijn verwarde tante doorzaagde over Jacob en Esau. 'Er zit geen bagagedrager op!' gilde ik door het politiebureau, omdat ik als eerste wilde beginnen. Ik meende het geluid te horen van iemand die op een computer wat intikt. Toen zei Tycho: 'Op dit type fiets hoort geen bagagedrager. Bagagedragers zijn uit de tijd dat mensen achterop zaten. Het is ieder voor zich tegenwoordig, ook en juist op het fietspad.' 'En jij, Jacob?' gilde mijn verwarde tante, aangestoken door mijn gegil, 'Welke eigenschap kun jij noemen?' 'De knalrode ass-saver,' antwoordde Tycho rustig. De paardenstaart slurpte van haar hete koffie. Ik kon mezelf wel slaan. Natuurlijk, het obscene spatbord! Hoe kon ik dat zijn vergeten!