De ontvoering van mijn fiets (I)
Er waart een spook door Amsterdam, het spook van de fietsontvoering, waarbij een dief de fiets van een nietsvermoedende fietser op slot zet, verdwijnt met de sleutel, om later terug te keren om de fiets 'op te halen'. Op deze wijze zijn al tientallen fietsen gescheiden van hun eigenaar (vooral in Amsterdam-Oost, trouwens). Ik weigerde te geloven dat dit echt voorkwam, deze fietsontvoering, zo'n dief loopt toch veel te veel risico te worden herkend, veronderstelde ik – totdat mijn eigen fiets afgelopen vrijdag werd ontvoerd. Ik had net een nieuwe, zo'n modieuze, met een buisframe met koplamp erin. Nou ja, nieuwe, het was een nieuw tweedehandsje; in de Bike Theft Capital of the World kóóp je geen nieuwe fiets, maar eigenlijk was deze nog te diefstalgevoelig. – Ik stond op het kruispunt van de Wibautstraat en de Sarphatistraat voor het stoplicht. Het was druk. Mijn gedachten waren ergens anders, misschien bij het meisje voor me, of haar kapotte knieën. Zonder dat ik er erg in had ging onder mij het ringslot om het achterwiel dicht en werd de sleutel er door een onbekende hand uit getrokken. Toen het licht op groen sprong en de menigte zich in beweging zette, bleef ik als enige staan. 'Wat is dit nou weer?' moet ik hebben uitgeroepen. Toen ik door had wat er was gebeurd, keek ik om me heen: niets, niemandal, nergens. Natuurlijk niet. Gelukkig had ik nog een slot. Ik ketende de fiets aan een lantaarnpaal en ging te voet verder. Ik ben nog niet in de gelegenheid geweest om het slot bij de fietsenmaker met een slijptol te laten bewerken. Het liefst zou ik mezelf verdekt opstellen en de fietsontvoerder op heterdaad betrappen, maar iets in mij zegt dat mij dat niet gaat lukken.