De ontvoering van mijn fiets (SLOT)



Mijn verwarde tante lag op de schuinaflopende bedbank in de armen van mijn would be fietsontvoerder, de knalrode ass saver tussen haar benen geklemd. Samen gleden ze langzaam naar de vloer. Dat was de situatie. Zij had haar ogen gesloten, vertoonde een opvallende gelijkenis met Kim Novak uit Vertigo, zoals ze daar lag. Een oudere versie, uiteraard, maar toch: die sensuele mond, die enorme wenkbrauwen die als dode naaktslakken op haar blanke voorhoofd lagen gedrapeerd, maar ook en vooral het gebleekte haar. Mijn verwarde tante was cementgrijs, en toch deed haar kapsel me denken aan Kim Novaks waterperoxide – of wilde ik dat alleen maar? Hoe dan ook, het was cosmetisch. – Tycho R. keek me aan met een blik van: wat bevalt je niet aan dit tafereel?  Ik liet daarom de fietspomp niet neerkomen op het hoofd van de would be fietsontvoerder en verwarde tante-inpalmer, maar op mijn fietszadel, dat als een Duchampiaanse ready made op het dressoir lag. Met een hoofdknikje nam ik het ding mee en verliet de zolderkamer. De ass saver kon wachten. Op weg naar beneden vroeg ik me af of ik er goed aan had gedaan om hen zo achter te laten, maar op de een of andere manier klopte het, leek het een win-win. Misschien waren ze elkaar zonder mij ook wel tegen het lijf gelopen... En nog was het niet voorbij, want op straat werd ik staande gehouden door de wijkagent van de Jordaan, een opgefrist, opgeschoren jaren vijftig type, met de vraag: 'Zo, en waar gaan wij vandaag met dat fietszadel naar toe?' Ik kon praten als brugman, verwijzen naar collega paardenstaart, dat ik het ding had gereclameerd van de would be-ontvoerder van mijn fiets, die momenteel mijn verwarde tante inpalmde, enzovoorts, en dat deed ik ook, maar de wijkagent bleef zijn hoofd schudden. 'Gelukkig voor mij' had hij vandaag evenwel 'een bijzonder goede dag met zichzelf', zoals hij het omschreef, en liet me gaan.