Spinnen en sadisme

Eigenlijk had ik een hagiografisch katten-stukje willen schrijven, zo'n irritant kattenstukje waarin de schrijver en lezer een complot aangaan waarin alleen katten er zogenaamd toe doen. De aanleiding was het spinnen van onze logeerpoes. Dat doet hij nogal vaak en het blijft een nogal vreemd geluid. Eigenlijk wilde ik het daar ook niet over hebben, maar over ronronner, de prachtige onomatopee voor spinnen die de Fransen hebben bedacht. (In het Nederlands zou spinnen een accuratere beschrijving van het geluid kunnen zijn, ware het niet dat niemand meer weet hoe een spinnewiel klinkt.) Ik ging me afvragen of er nog meer mooie onomatopeeën waren (in het Noors bijvoorbeeld), maar ik heb geen zin om te googelen of mijn schoonmoeder lastig te vallen. Bovendien eist ander kattengedrag mijn aandacht op: sadisme. Een keer trof ik de huispoes aan in de gang jonglerend met een halfdode muis. Hij lag op zijn rug, de poes, terwijl hij de halfdode muis, versuft, nauwelijks in staat nog enige overlevingsdrang te tonen, met zijn klauwtjes in de lucht hield. Heel knap inderdaad, maar mag het misschien ook ietsjes minder wreed? Vanochtend was het weer raak. De vierjarige was van streek omdat ze logeerpoes met muis in bek door de kamer zag banjeren. Ik heb de laatsten met succes naar buiten gejaagd, want hoe je het ook wendt of keert, beesten horen buiten. Een uur later was hij nog niet klaar. Het weerloze schepsel bibberde en zijn vacht was doorweekt. Zijn gepiep ging door merg en been. De angst van de muis deed me denken aan die van een gemartelde gevangene. Ik heb hem tenslotte met stoffer en blik opgeraapt en hem aan gene zijde van de schutting aan een nieuw hoofdstuk in zijn leven laten beginnen.