IJzersponsje

Na afloop van Becoming, een moderne dansvoorstelling van Iván Pérez met elektronische muziek, of beter gezegd: een 'landschap van geluid', liep ik naar het tafeltje vol apparatuur van waarachter Rutger Zuydervelt (Machinefabriek) dat landschap had voortgebracht. Tot mijn verbazing trof ik op zijn tafeltje geen laptops, iPad etc. aan, maar diverse cassettebandjes en een transistorradiootje (en natuurlijk ook allerlei panelen met schuiven en knoppen, want daar had ik hem aan zien schuiven en draaien tijdens de voorstelling). Ik stond daar nog geen tien seconden of Zuydervelt kwam zelf aangelopen, vanuit de kleedkamers, alsof hij voorvoelde dat er nog vragen waren. En niet alleen van mij. Er had zich een groepje mensen verzameld rond zijn intrigerende electronica-opstelling. 'Er ging van alles fout,' verontschuldigde hij zich, maar dat hadden wij onmogelijk kunnen opmerken, want hij 'plays to tape', zoals hij uitlegde, en wij wisten niet wat er op die tape stond of wat hij daaraan toe had moeten voegen. Mij deed zijn uur durende compositie af en toe prettig denken aan Mogwai, maar soms deed hij ook minder prettig een schepje bovenop mijn tinnitus, (maar dat had Zuydervelt niet kunnen weten). De drie dansers in de voor de rest lege zaal boden, en kregen, weinig aanknopingspunten. Improvisatie maakt een voorstelling spannender maar ook kwetsbaarder. Het geluid kwam in golven en de dans kwam in golven en soms kwamen ze samen. Ik wees op een ijzersponsje dat op een ijzeren plankje lag, met nog wat ijzeren staafjes erbij, die op antennes leken, en vroeg: 'Hoe werkt dat?' 'O,' zei de Geräuschmacher verontschuldigend, 'als je dat een beetje zo op en neer wrijft, krijg je gekraak en geschuur. Werkt heel goed. Lekker goedkoop ook.'