Streep door kippenplan

Ondanks Chickfriend-gate wordt me van alle kanten afgeraden vleugellamme tweevoeters als huisdier te nemen – eierleggend en lid van de dameskerk of niet.
'Heb je enig idee hoeveel troep en zooi die kippen geven?' waarschuwt mijn moeder in haar eerste email dienaangaande.
Haar tweede email onmiddellijk erachteraan gooit het over een andere boeg: 'Wij moesten onze kippen heel snel wegdoen vanwege klachten van Steenkamp!'
Dat moeten de kippen zijn geweest die veertig jaar geleden voor Medische Broer werden besteld. Twee hennen en een haan. Die haan verklaart waarom de oprichter van het CDA hinder ondervond, ook al woonde hij drie villa's verderop. Het kan hem niet te doen zijn geweest om de troep en zooi, want die bleven buiten zijn gezichts- en reukveld. Kukeleku is storend, zelfs voor een christendemocraat, met name als de kukeleku op een onchristelijk tijdstip klinkt.
Het pluimvee werd bij een boer ingeruild tegen twee albino konijnen, maar van die schatjes kan ik me niets herinneren. Ik kan me alleen nog het konijn herinneren dat eerst door de hond in het bos was gevangen (en per ongeluk dood gebeten, want doden lag niet in haar aard), en dat vervolgens in de achtertuin op indrukwekkende wijze werd ontleed door – wie anders – Medische Broer, met het kookboek erbij. De vacht werd tussen een fietswiel gespannen om te drogen. Van dat bontje is later nog een mutsje genaaid, waarmee ik voor gek liep.
Mijn zuster vertelt dat ze buren had met kippen. Die vraten de hele tuin op. Bovendien pikte de ene gemeen in de ander. Om die pikorde te verstoren kreeg de butch een ringetje om haar snavel, die pikken naar eten nog net wel mogelijk maakte, maar pijnlijk pikken niet.
Toen ik op internet ook nog las dat er bij sommige kippensoorten risico bestaat dat hun kam bevriest in de winter, dacht ik: laat maar.
Nu alleen nog even het kippenplan uit het bewustzijn van mijn drie- en achtjarige wissen.