Mijn – onze – kippen

De second leg van de Grote Vakantie brengt ons – beter gezegd: brengt die Reiseführer ons – naar Normandië. Hier geen zwemprobleem (wel een strandprobleem trouwens, met die keien overal) en ook de dorpjes zijn pittoresk, maar wat mij het meest charmeerde waren de kippen die inbegrepen zaten bij het AirBnB-huis. Het waren er twee. Mijn achtjarige doopte ze Snelle en Zeldzame, maar omdat iedereen de hele tijd wilde weten wie nu Snelle was en wie Zeldzame, en hijzelf niet consequent was in zijn antwoorden, herdoopte ik ze Kip en Pik, met als ezelsbruggetje dat de zwarte Pik was (als in pikzwart ). Pik bleek nog in meerdere opzichten een goedgekozen naam, omdat zij alles voor Kip haar snavel wegvrat, en sowieso de dominantere van het stel was.
Nos deux poules sont "presque" autonomes, hadden de verhuurders geschreven, met de toevoeging, dat ze het toch wel op prijs zouden stellen als wij ze af en toe water gaven, en kliekjes eten.
'Mogen wij voor de kippen zorgen?' luidde de vraag van achtjarige, geschreven op een uitwisbaar bord. LT schreef ja maar natuurlijk, graag zelfs; maar ik was jaloers. Ik wilde  z e l f  voor de kippen zorgen. Iets in mij voelde een onmiddellijke, sommigen zouden zeggen kosmische, affiniteit met deze vleugellamme tweevoeters, wier algoritme leek te bestaan uit pikken-pitten-broeden, en die ons op de dag van aankomst acht (8!) eieren hadden geschonken. Die eieren hadden ze overigens op de composthoop gelegd, mogelijk omdat in de legkamer hoognodig stront diende te worden geschept. Dus dat deed ik, en prompt lag er een paar uur later weer... een geometrisch wonder.