Schriftsteller

'We hebben gehoord dat je Schriftsteller bent. Zijn er boeken van je vertaald in het Duits of in het Engels? Zo ja, kun je ons vertellen bij welke boekhandelaar we je boeken kunnen kopen?'
Een jong stel uit Hamburg. Geen 'intelluelen'. Maar wel lezers, dus. Zij, fitness-trainer, en hij leraar muziek. ('Je bent dus muzikant,' zei ik in mijn Schwere Wörter-Duits omdat ik weiger Engels te spreken met Duitsers. [Engels spreken met Duitsers is zoiets als wortels bestellen voor een konijn in een driesterrenrestaurant.] En daarnaast geef je les.' Hij knikte, glunderde.)
Ik hoorde mezelf uitleggen dat nee, mijn boeken niet vertaald zijn, noch in het Duits, noch in het Tuvalees, for that matter.
'Maar we hebben wel een stuk over je laatste boek gelezen in Die Welt. Lukt het met de sollicitaties bij de Polizei?'
Nu was het mijn beurt om te knikken.
Zij glunderen. Ik glunderen.
'We hopen dat je boeken gauw worden vertaald.'
Knikken. Glunderen.
Ik memoreerde nog een New Yorkse kennis die, toen hij een internationale bestseller had, de ene na de andere vertaalde editie kreeg opgestuurd, uit alle hoeken van de wereld. 'Dat is iets om heel erg jaloers op te zijn,' zei ik.
De Duitsers knikten. Het werd tijd om afscheid te nemen.