Bonnie & Clyde 3.0



Bonnie & Clyde sprongen in de volvo gewapend met een stapeltje posters en een emmer behangselplak en scheurden de stad in. Bonnie had behulpzaam een lijst van wildplakplekken uitgeprint, hetgeen volgens Clyde een contradictio in terminis was, omdat het hele idee van wildplakken nou juist – etc. Ze moesten gewoon zijn waar de studenten zijn. 'Dus op naar de Oudemanhuispoort!' Aangekomen op de Kloveniersburgwal, knikte Clyde naar het Beaufort-huis en zei tegen Bonnie: 'Gooi er daar maar ééntje door de bus, die hebben het nodig.' Toen hij dubbel parkeerde voor de Poort, en Bonnie het vuile werk liet doen – het overplakken van een poster voor een ander boek – dacht hij: ik kan hier niet zo maar werkeloos blijven zitten, terwijl Bonnie... dus besmeerde hij een poster, stapte de auto uit, en plakte deze op een regenpijp. Ha! Daarna liep hij koelbloedig naar Stichting Perdu, een eindje verderop, en gooide twee affiches in de bus. Zo! dacht hij. Klabang! In zijn ooghoek zag hij hoe twee mannen van handhaving passeerden. De handboeien bungelden vervaarlijk om hun middel. 'Good job, Clyde,' zei Bonnie bij terugkomst, haar jurkje strak trekkend. 'Hoe bedoel je?' vroeg Clyde, 'de pigs zitten ons op de hielen!' 'Nee, ik bedoel die regenpijp!' Clyde gaf haar een Franse zoen. Een lange. Bonnie trok haar hoofd weg en riep: 'Nu wegwezen voordat Cition langskomt! Cition ziet alles!' Clyde stuurde de volvo vol gas over de grachten, langs Rusland, en de oude Hoogstraat naar de Warmoesstraat. Met slippende banden, waar rook afkwam, en de geur van smeulend rubber, hield hij stil voor de sociëteit van het ASC. Bonnie had nog nooit van een sociëteit gehoord maar dat weerhield haar er allerminst van het stroomkastje naast de ingang te beplakken. Yay! Glimmend van ondeugd nam ze weer in de passagiersstoel plaats. Inmiddels was een grote hoeveelheid politie-agenten op de been om het wildplakduo in de kraag te vatten. Het was alleen nog mogelijk om over stoepen en de Dam via het Bungehuis naar de Roetersstraat te racen, tegen het verkeer in, door de kogelregen heen, maar daar aangekomen was de volvo op 48 plekken doorboord. Bonnie's kopje hing. Clyde sleepte zich met bebloed overhemd koffieshop Het Ballonnetje in en vroeg de man achter de afhaalbalie of hij een postertje op de muur mocht prikken, naast het digitale wiet en hasj-menu. Dat mocht. Hij kon nu sterven.