Geachte boekenliefhebber/liefhebster of anderszins literair geïnteresseerde medemens,

1. De vraag 'Hoeveel boeken heb je al verkocht?' is niet een vraag waar een schrijver die net een boek 'uit' heeft op zit te wachten. Het antwoord, dat zij vaak zelf niet eens weet – sterker : niet eens  w i l  weten – is namelijk per definitie teleurstellend, tenzij zij Astrid Holleeder heet, J.K. Rowling of Xaviera Hollander (in 1971). De vraag naar de hoeveelheid boeken over de toonbank is als de vraag naar de hoeveelheid stenen die een bouwvakker heeft gemetseld. ('Moge het spel u interesseren, van belang is niet de knikker, maar het spel zelf.')

2. De vraag: 'Kun je ervan leven?' of de variant: 'Doe je er nog iets naast?' zijn evenmin vragen waarmee een schrijver die net een boek 'uit' heeft, – en die dus nog enigszins in de waan leeft dat dat boek haar bijbaantjes overbodig zou kunnen maken, alsmede subsidie-aanvragen en bedelrondes bij familie en vrienden, want dat is toch het hoogste goed, dat je als schrijver met je boeken in een behoefte voorziet, een  l i t e r a i r e behoefte – heel erg graag om de oren wil worden geslagen.

3. De toevoeging 'Een vriend/oom/collega van mij heeft ook een boek geschreven' is een toevoeging die achterwege mag blijven, net zoals de verzuchting 'dat er ook zo ontzettend veel boeken uitkomen'. Een schrijver die net een boek 'uit' heeft is uitstekend op de hoogte van de stortvloed aan titels waarmee de hare concurreert; daarvoor hoeft zij alleen maar een boekhandel binnen te wandelen, en als er iemand naar haar boek informeert, hetgeen ze op zichzelf toejuicht, hoewel halfhartig want zij heeft helemaal geen zin om voor de zoveelste keer de flaptekst te reproduceren, – zij hoort zichzelf praten over haar werk, terwijl haar werk  g e l e z e n  moet worden etc. etc. – dan zou zij het graag even over dat boek willen hebben en niet over een ander boek cq. andere boeken... Of is dat teveel gevraagd?

4. 'Ik zou dat nooit kunnen, een boek schrijven.' De schrijver heeft vaak gespeeld met het idee om zich op feesten en partijen voor te doen als belastingadviseur, om het 'interessante gesprekje' niet te hoeven voeren. 'Ik zou dat nooit kunnen, belastingadviezen geven.' Of: 'Ik begrijp niet hoe je dat kunt, belastingadviezen geven.' En: 'Waar haal je al die belastingadviezen vandaan?'

5. 'Waar gaat je volgende boek over?' Een schrijver die net een boek 'uit' heeft wil graag nog even bij dat boek blijven. Die wil nog niet meteen afscheid hoeven nemen van dat boek, waaraan zij dikwijls een jaar, niet zelden verscheidene jaren, geploeterd heeft. Die wil dat die titel zo lang mogelijk in de winkel blijft liggen, liefst op een zichtbare plek; en daarna wordt ingekocht door de bibliotheek die het boek tot in het einde der tijden op de planken zet.

6.  'Ik lees alleen nog maar ePubs, geweldig, laatst kreeg ik van een kennis een bestandje met honderd nieuwe titels, heel fijn.' ...

Hartelijk dank voor de medewerking.