Stoten

Met mijn gymnasiast stel ik voor te gaan biljarten. Dat lijkt hem wel wat. 'Poolen, toch?' Ja, poolen, verzeker ik hem.
Ik denk terug aan de jaren dat ik biljartte met A. in rokerige café's in de achtergebleven gebieden toen ik zo oud was als mijn zoon nu. Nee, zo treurig als bij Dimitri Verhulst waren die café's niet, maar toch treurig genoeg, hoewel je daar als jonge biljarter weinig van meekrijgt. Dat biljarten was eigenlijk te hoog gegrepen voor pubers als wij. We deden maar wat. Urenlang moeten we om de tafel hebben gelopen in ijdele afwachting an een combinatie.
Het poolen in het poolcentrum gaat me na een stroeve start verrassend goed af. Mijn ballen laten zich maar wat graag in gaten stoten en de witte gaat zelden mee.
Mijn gymnasiast heeft minder ervaring, zijn keu beweegt nog wat stroef, maar ik weet niet of hij op mijn adviezen zit te wachten.