Royalty

De snelste manier om een schrijver uit zijn schrijversbubbel te halen is hem zijn royalty-overzicht te sturen.
Toen ik nog bij Meulenhoff zat, kreeg ik jaarlijks mijn royalty-afschrift in een brief die zodanig was gevouwen dat het totaalbedrag niet in één oogopslag zichtbaar werd. Ik moest eerst nog een flapje terugduwen, voordat de waarheid zich in al haar getalsmatigheid aan mij openbaarde.
Waarschijnlijk was de gedachte van de uitgever dat de waarheid op deze manier minder hard bij de royalty-houder aankwam. De royalty-houder had een paar seconden extra tijd gekregen om te beseffen dat ook zijn laatste meesterwerk geen bestseller was. Dat wist hij natuurlijk allang, of hij had het kunnen vermoeden, maar beseffen is iets anders dan weten.
Tegenwoordig stuurt mijn agent me een lieve email met mijn royalty-overzicht. De zalvende woorden in het bijgaande briefje zeggen genoeg. Dan hoef ik al niet meer te kijken. Als ik flink zou verkopen, zijn zalvende woorden niet nodig, in zekere zin misplaatst.
Ik kijk toch. Mijn nieuwsgierigheid, gedreven door hoop (wat anders?) is groter dan mijn angst voor teleurstelling.
Ik word niet teleurgesteld in mijn teleurstelling.
Een dag later zit ik op de fiets en goochel in gedachten met mijn verkoopcijfers en denk: hm, nog helemaal zo slecht nog niet. En: er zit een stijgende lijn in.
Een schrijver is net een hondje.