Zit een man met een grijs gecoiffeerd baardje
Keurig op een bank met een bloknoot op schoot
Ruitjespapier net schrift 30 lees ik
In de ene hand houdt hij een balpen
In de andere een sigaret
Voor hem op het trottoir een bordje
Ik schrijf een roman
Wat geld zou mij helpen
(of een sigaret)
Ik ben ooit gestopt met roken
Dus ik geef hem munten
Ben je bij hoofdstuk 30
Nee pagina 30 dit is mijn levensverhaal
Ik ben geen zwerver ik heb een kamer
Familie ja broers
Hoe heet je vraag ik voor het geval
Het een besteller wordt
Philippe Cartier schrijft hij in mijn bloknoot
Cartier? roep ik gespeeld verbaasd uit
Hij kijkt mij aan ik had hem kunnen zijn
En hij mij denkt hij waarschijnlijk ook
En hij toont mij zijn lege pols
Met een zoetzure glimlach
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn