Georgia O'Keeffe |
'Ah, een vrouw,' zegt de vrouw die ik kom ophalen, vanaf het donkere platje bovenaan de stenen buitentrap die naar haar appartement voert.
Elke gelegenheid om mij als iemand anders voor te doen grijp ik met beide handen aan, dus ik schik mijn kapsel enigszins, en zeg: 'Leuk hè?', maar ik ben tegelijk verbaasd want ik sta in het daglicht en zij in het donker; het ware logischer geweest als ik haar voor een ander aanzag. Een man bijvoorbeeld.
De vrouw die naar beneden komt moet een vrouw zijn, want dat staat op mijn schema, maar als iemand gezegd had dat ze een man was, had ik het ook geloofd. Ze heeft een zware rokersstem en een bijbehorend rokersgezicht dat uitzicht biedt op fascinerende groeven, valleien en heuveltjes. Een landschap van huid. Haar zwarte, al te zwarte haar staat rechtovereind, alsof ze onder stroom staat.
'O nee, nou zie ik het, je bent geen vrouw. Wel een nieuwe. Nou, laten we maar gaan... Die naam van mij? Mijn man stamt af van hugenoten... En mijn familie komt uit Italië, helemaal Noord-Oost. Veneto, ja. Goed dat je dat weet, maar je legt de klemtoon verkeerd, lieverd. Het is Ve-neto... O, ben je in Venetië geweest, ja dat is fantastisch, maar daar komt mijn familie niet vandaan. Een klein bergdorpje, met uitzicht op de Alpen, vlak bij Oostenrijk... en mijn man, hij is nu twee jaar dood, zat in de metaal. Metaalbewerker was hij...' Enzovoorts, enzoverder tot in de eeuwigheid amen.
'Nou leuk hoor, met jou... Echt een kletskous ben je, daar hou ik wel van.'
Deze vrouw, laat ik haar Georgia noemen, doet mij aan mijn moeder denken. Ik hoop dat ik haar nog een keer krijg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn