Dan Peterman: Civilian Defense |
Elke tentoonstelling die mij ontregelt, die ik niet begrijp, die aan mij een reactie ontlokt die ik niet had verwacht, vind ik een geslaagde, zelfs als hij (zij?) uit slechte kunst bestaat. Dit dacht ik toen ik door het Van Abbemuseum liep in Eindhoven, overigens een van de fijnste musea van Nederland: klein en voorzien van verrassende doorkijken, niveauverschillen en nisjes. En laten we de zingende lift niet vergeten. De zingende lift is van een heerlijk eenvoud. Er zit een koortje in, en dat koortje gaat steeds hoger zingen bij iedere verdieping. Je zou eigenlijk de hele dag in die zingende lift willen zitten, en dan omhoog en omlaag gaan al naar gelang je je voelt (of zou willen voelen).
Tussen alle ontregelende, en vaak uiteindelijk toch teleurstellende kunst die ik aantrof, zaten gelukkig nog een paar goede werken, zoals Civilian Defense van Dan Peterman. Een ouderwetse, ronde zitkuil, maar dan gemaakt van kleurige zandzakken. Het idee is dat je erin plaatsneemt, met een boek (een stapeltje ligt klaar), of naar een film kijkt die wordt geprojecteerd, waarop mensen bezig zijn een stad te bouwen (of te repareren na een aanslag, dat kan ook), met een van de rondslingerende draadloze koptelefoons op.
Mijn kinderen deden onmiddellijk hun schoenen uit, renden in de zitkuil rond met een koptelefoon op en nodigden mij uit hetzelfde te doen. 'Ik ben aan het lezen,' zei ik, wat ook waar was, (in Gloria Wekkers 'Witte onschuld bestaat niet') maar uiteindelijk bezweek ik natuurlijk, deed mijn schoenen uit en rende achter mijn kinderen aan over de zandzakken, want de ondergrond van de zitkuil is ook van zandzakken gemaakt. Best hard, toch nog. Zwaar en hard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn